Aangetrokken voelen tot kinderen/Pedofilie

Wat

Pedofilie en pedoseksualiteit

Pedofilie is een term, die wordt gebruikt voor het zich seksueel primair aangetrokken voelen van volwassenen tot kinderen die nog niet geslachtsrijp zijn, minderjarig zijn en nog niet de leeftijd om seks te beleven bereikt hebben.  De term wordt op twee 2 manieren vaak foutief gebruikt: Ten eerste slaat de term "pedofilie" alleen op het verlangen naar seksueel contact met kinderen, niet op het daadwerkelijk hebben van seks met kinderen. Het laatste heet pedoseksualiteit. Pedofilie is op zich niet strafbaar omdat onze gedachten in principe vrij zijn, pedoseksualiteit waarbij men overgaat tot het hebben van seks met kinderen wel.

Ten tweede is er pas sprake van pedofilie als een volwassene zich seksueel aangetrokken voelt tot prepuberale kinderen. In het dagelijks spraakgebruik wordt een volwassene die zich seksueel aangetrokken voelt tot personen die wel al geslachtsrijp, maar nog minderjarig (minder dan 18) zijn, vaak ten onrechte als pedofiel aangemerkt. Pedoseksualiteit is dan ook niet helemaal hetzelfde als het strafbare feit van seksuele handelingen met minderjarigen, wel geslachtsrijp, maar nog geen 16 jaar is.

In het internationaal gehanteerde classificatiesysteem van psychische ziektebeelden, het zogenoemde Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-IV), valt pedofilie onder de categorie "psychoseksuele stoornissen" en staat daar opgesomd met de andere parafilieën: fetisjisme, transvestitisme, voyeurisme, exhibitionisme, masochisme en sadisme.

De DSM-IV criteria voor pedofilie zijn (DSM4)

A. Gedurende een periode van ten minste zes maanden recidiverende intense seksueel opwindende fantasieën, seksuele drang of gedragingen met betrekking tot seksuele handelingen met een of meer kinderen in de prepuberteit (in het algemeen dertien jaar of jonger).
B. De persoon gedraagt zich naar deze aandrang of de drang of fantasieën veroorzaken duidelijk lijden of interpersoonlijke moeilijkheden.
C. Betrokkene is ten minste zestien jaar oud en ten minste vijf jaar ouder dan het kind of de kinderen uit criterium A [2].

Er wordt onderscheid gemaakt in vier groepen mannen: mannen die zich behalve tot kinderen ook seksueel aangetrokken voelen tot mannen, tot vrouwen, of tot beide seksen, en mannen die uitsluitend op kinderen vallen (het ‘exclusieve type’).

Om de diagnose pedofilie te kunnen stellen moet aan alle drie deze criteria voldaan zijn. Er hoeft geen sprake te zijn van daadwerkelijke seks met kinderen, maar het wordt ook niet uitgesloten. Onder 'gedraagt zich naar deze aandrang' kan verder ook worden verstaan het opzoeken van situaties met kinderen of het bekijken van kinderporno. Incidentele seksuele gedragingen of gevoelens van volwassenen naar kinderen worden hier als normaal beoordeeld.

Tegenstanders van de opname van pedofilie in de DSM-IV wijzen vaak, naast de algemene kritiek op de DSM-IV, op de verwijdering van homofilie van deze lijst in 1973. Zij zien pedofilie als een vergelijkbare normale variant op seksualiteit. Voorstanders van opname op de lijst leggen het verband met objectivering, lijden, vernedering en niet-instemmende personen, die ook bij de andere parafilieën van toepassing zijn.

DSM-V

In DSM-V luidt dat iemand een pedofiele stoornis heeft als hij gedurende een periode van tenminste 6 maanden, een gelijke of grotere seksuele opwinding voelt voor prepuberale of vroegpuberale kinderen dan voor fysiek volwassen personen. Dat moet zich uiten in fantasieën, neigingen en gedragingen. Ook moeten die neigingen of fantasieën schade hebben veroorzaakt bij kinderen. De patiënt moet op zijn minst 18 jaar zijn, en op zijn minst vijf jaar ouder dan de kinderen.

De stoornis valt uiteen in drie typen:

• het klassieke type voelt zich seksueel aangetrokken tot prepuberale kinderen;

• het hebefiele type voelt zich seksueel aangetrokken tot vroegpuberale kinderen;

• het pedohebefiele type voelt zich seksueel aangetrokken tot beide categorieën kinderen.

Deze nieuwe begrippen zijn echter nog helemaal niet ingeburgerd in de nieuwe diagnosticering.

Pedoseksualiteit

Pedofilie kwam reeds voor in het oude Griekenland. Plato beschreef deze praktijken in zijn werk Symposion. Het betrof veelal contacten tussen een man en een opgroeiende jongen (de leeftijd van de jongen was meestal tussen 12 en 18).

Je moet uiteraard deze seksuele contacten zien binnen de seksuele moraal van die tijd. Waar tegenwoordig het machtsverschil tussen volwassene en kind als een belangrijk argument tegen de pedofilie geldt, lag dit toen anders. Het was voor het opgroeien van een jongeling nuttig om een intensief contact met een oudere te hebben, die voor hem ook als een soort beschermheer optrad, en de jongeling hielp bij zijn verdere carrière. De contacten tussen de volwassen man en de jongen werden wel op Grieks aardewerk (bijvoorbeeld in drinkschalen) afgebeeld.

Een ander bekend voorbeeld uit het verleden dat vaak wordt aangehaald, is de veronderstelde seksuele relatie van de 54-jarige Mohammed, islamitisch profeet met de wellicht negenjarige Aïsja, als een van zijn echtgenoten.  De strikte definitie dat er seksuele handelingen worden verricht vóór de geslachtsrijpheid maakt dat dit huwelijk niet pedofiel is; alle bronnen maken melding dat dit huwelijk pas geconsummeerd werd na de menarche van Aïsja. Reden voor het huwelijk was dat Mohammed de banden met Aïsja's vader Aboe Bakr, een van zijn belangrijkste volgelingen, wilde aanhalen en bezegelen. Er zijn geen bronnen bekend uit de zevende eeuw dat deze daad schandelijk zou zijn. Omdat de andere 8 vrouwen van Mohammed reeds weduwe of eerder gehuwd waren is het twijfelachtig of Mohammed zich primair aangetrokken voelde tot een jongere leeftijd.  Ook dit feit moet je wellicht binnen de historische context zien en houdt geen enkele bevestiging in dat de Islam pedofilie zou voorstaan.

Tot aan de 18e en 19e eeuw heerste in sommige plattelandsgebieden in Europa en Iran het fabeltje dat men "van een venerische ziekte kon genezen door de bijslaap (seksuele penetratie) met een dier of een klein meisje", zoals heden ten dage in Zuid-Afrika in het geval van een hiv-besmetting of aids beweerd wordt.

Drie types

Over het algemeen worden er drie hoofdtypen onderscheiden. Een combinatie van deze drie typen komt uiteraard ook voor . Het eerste type is het pedofiele en efebofiele type, het tweede is het situationele type en het derde onderscheid in typen is het antisociale type. Ook hier dient vermeld te worden dat deze drie hoofdtypen zijn onderscheiden aan de hand van de plegers van misbruik. Men gaat ervan uit dat deze onderscheiding in principe ook geldt voor de niet-plegers

Pedofiele/efebofiele type

Tot het pedofiele en efebofiele type behoren volwassenen met een duurzame, seksuele en sociale preferentie voor prepubertaire, respectievelijk postpubertaire jongens of meisjes. Ze ervaren steeds terugkerende seksueel opwindende fantasieën en een intense seksuele drang gericht op kinderen. Naast de seksuele voorkeur hebben deze mannen1 dus ook een sociale preferentie voor kinderen: ze “vallen” op kinderlijk gestalte, de belevingswereld van kinderen en willen het liefst ”kind met de kinderen” zijn. Dit type wordt ook wel het gefixeerde of parafiele type genoemd. Kenmerkend voor hun delicte n is dat het slachtoffer een bekende is, de relatie relatief langdurig is en er een expliciete planning van seksuele activiteiten is, meestal door middel van geweldloze psychologische manipulatie van het kind. De seksuele handelingen worden vanuit een positief affect gepleegd, bij productie van kinderporno is het voor eigen gebruik of ruilhandel en er zijn geen schuldgevoelens omdat het contact moreel acceptabel wordt geacht. Er is een hoge kans op herhaling en de relatie met het kind eindigt als het kind ouder wordt dan de leeftijdsvoorkeur van de pedofiel.

Situationele type

Het situationele type heeft weliswaar een seksuele en sociale preferentie voor volwassen vrouwen of mannen, maar kan, onder invloed van een gunstige gelegenheid en als gevolg van ingrijpende, stressvolle levensgebeurtenissen binnen of buiten een partnerrelatie, ter compensatie tijdelijk seksuele contacten aangaan met (eigen) kinderen of afhankelijke jongeren. Kenmerkend voor deze groep is seksueel verlangen, impliciete planning, negatieve stemming (zelfmedelijden, gemis van een partner, huwelijksproblemen, sociale verwerping) van waaruit de seksuele handelingen worden gepleegd, preoccupatie met zichzelf, geweldloze manipulatie en schuld - en schaamtegevoelens over de seksuele contacten .

Antisociale type

Bij het derde hoofdtype, het antisociale type, gaat het om mannen met een antisociale persoonlijkheid die een onvermogen hebben (duurzame) liefdesrelaties aan te gaan. Ze hebben geen empathisch vermogen, zijn gewetenloos en dwingen met geweld seksueel contact met onbekende kinderen af. Niet omdat kinderen de gewenste seksuele partners zijn, maar omdat ze gemakkelijk kunnen worden misbruikt. Kenmerkend is dat hun delicten eerder agressief dan seksueel zijn gericht: negatief affect (gegeneraliseerde boosheid of sadisme) wordt uitgedrukt, het slachtoffer is het masturbatieobject, de contacten zijn kortdurend, het slachtoffer is onbekend en er wordt gebruik gemaakt van dwang, geweld, wreedheid en soms doding.

Mengvormen

Onderzoekers  onderscheiden bovengenoemde typen, maar ook mengvormen zoals de antisociale pedofiel en de antisociale situationele pleger. Een betere classificatie van de typen kan in een behandelingscontext het opstellen van een behandelplan optimaliseren door indicaties te bieden over wat het meest effectief is bij een bepaald type misbruiker. (Bron : van der Linden, Pedofilie in je praktijk, Universiteit Amsterdam, 2003)

Strafbare feiten

Dergelijke praktijken hingen mede samen met de algemene mening dat kinderen kleine volwassenen waren, die alleen wat moesten groeien, maar verder precies hetzelfde behandeld konden worden. Dit betekende dat zij ook zwaar werk moesten doen zoals volwassenen, en dat seksuele toenadering tot een kind niet als misdadig of schade toebrengend werd gezien. Pas na de opkomst van de (kinder)psychologie in de 19e en 20e eeuw veranderde dit beeld.

Over het algemeen wordt tegenwoordig seksualiteit met kinderen verworpen.  Slechts bij een beperkt aantal stammen en volkeren wordt seks op jonge leeftijd toegestaan.  Het gaat dan meestal om primitieve culturen waar socialisatie en culturele invloeden nog maar weinig invloed hebben gehad.   Pedofilie wordt in praktisch heel de wereld  als psychische aandoening gezien en wanneer de pedofiel overgaat tot  seksuele handelingen met kinderen is dit zeer zwaar strafbaar.
In discussies over pedofilie maakt men ook wel een onderscheid tussen pedofilie als het 'verlangen naar seksueel contact' met kinderen en pedoseksualiteit als het 'daadwerkelijk hebben van seks' met kinderen. Dit onderscheid wordt echter in het dagelijks taalgebruik en psychiatrische omschrijvingen niet en in de strafwetgeving veel genuanceerder gemaakt (slechts seksueel contact met kinderen en kinderporno zijn strafbaar, het verlangen daarnaar niet). Bovendien kent men naast pedofielen, die al dan niet pedoseksueel zijn, in de context van kindermisbruik ook de gelegenheidsplegers en de anti-sociale plegers.

De gelegenheidspleger heeft seks met kinderen omdat de gelegenheid er is en persoonlijke omstandigheden daar aanleiding toe geven. Een voorbeeld is het in incestzaken veelvoorkomende scenario van een vader die zijn seksuele verlangens na bijvoorbeeld een echtscheiding niet kwijt kan en ten slotte seksuele toenadering tot zijn dochter zoekt.  Heel vaak tref je ook misbruik van religieuzen met kinderen aan omdat ze omwille van hun geloof en ambt niet tot seksuele handelingen met volwassenen kunnen overgaan en de gelegenheid tot intimiteiten met kinderen zich vaker voordoen omdat ze veel met kinderen in contact zijn en meestal omwille van hun religieuze status als priester of non niet verdacht overkomen.

De anti-sociale pleger maakt het eigenlijk niet uit met wie hij seks heeft, een kind is een makkelijk slachtoffer omdat het kleiner, zwakker en makkelijker te manipuleren is. Het zijn ook deze laatste plegers, die hoofdzakelijk verantwoordelijk zijn voor ernstige misbruikzaken vaak met dodelijke afloop.  Echte pedofielen, zowel pedoseksueel als niet-pedoseksueel willen niet met deze anti-sociale plegers geassocieerd worden, omdat zij veelal een oprechte genegenheid voor het kind koesteren, ook al kunnen hun daden, wanneer zij seksuele toenadering tot kinderen zoeken, even ziek, schadelijk en strafbaar zijn. Een voorbeeld van een anti-sociale pleger die vaak ten onrechte voor pedofiel aangezien wordt is Marc Dutroux.

Geen geweld maar echte kinderliefde

In tegenstelling tot anti-sociale plegers zal een pedofiel geen gebruik van geweld maken, maar van het opbouwen van een relatie, al dan niet met het doel seksueel contact met het kind te hebben (grooming). Vaak houdt men zichzelf hierbij voor dat er sprake is van een volwaardige wederzijdse liefdesrelatie, ook al wordt in werkelijkheid gebruikgemaakt van manipulatie en machtsmisbruik. Verder gaan veel pedofielen geheel mee in de wereld van kinderen, hebben oprechte belangstelling voor hun spelletjes en speelgoed, en hebben dus bijvoorbeeld ook thuis speelgoed, computerspellen en dergelijke. Vaak ervaart men sociale contacten met volwassenen als onprettig of bedreigend, en richt men zich slechts op kinderen en dieren.  Pedofielen gaan vaak onbewust uit van ‘emotionele congruentie’ tussen hen en kinderen. Ze denken dat ze een gelijkwaardige, wederzijds affectieve band met de kinderen hebben. Uiteraard is dit geen gezonde psychische houding en is behandeling om te leren omgaan met deze psychische stoornis noodzakelijk.

Gevolgen voor kinderen

Eind jaren zeventig van vorige eeuw waren er  deskundigen die aannamen dat kinderen meestal geen nadelige gevolgen ondervonden van seksuele contacten met volwassenen. Kinderen zouden daarin vooral genegenheid, tederheid en een gevoel van geborgenheid vinden en, zoals een psychoog in 1978 beweerde, ‘de richting die de geslachtsdrift later zal krijgen, wordt er kennelijk niet door beïnvloed’. Gedurende enige jaren was pedofilie ‘bespreekbaar’. Het had te maken met de emancipatiegolf van alles wat in die tijd met seksualiteit te maken had. Seks was goed, want maakte mensen gelukkig. Sommigen sloten de ogen voor de keerzijden. Momenteel beseft men dat het niet klopt. Kinderen  hebben recht op een normale seksuele ontwikkeling. Kinderen kunnen niet zoals volwassenen hun consent, hun instemming geven aan een seksuele verhouding. Dat is de reden om het te verbieden.

Recent onderzoek door het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) laat zien dat seksuele contacten tussen kinderen en volwassenen bij kinderen later wel degelijk kunnen leiden tot medische problemen zoals slaapstoornissen, psychische problemen (bijvoorbeeld angststoornissen), seksuele problemen, herhaling van geweld (opnieuw slachtoffer worden van seksueel misbruik op latere leeftijd) en andere problemen.

Oorzaak

Pedofilie is geen “”genetische” ziekte.  Het is een aandoening waarin biologische, psychologische en sociologische factoren een rol spelen.  Er is geen algemene theorie die het ontstaan van pedofilie bij alle betrokkenen kan verklaren.  Of zo’n verklaringsmodel ooit gevonden zal worden is niet zeker.  Wat we wel weten is dat er geen eenvoudige uitleg bestaat.  Er speelt altijd een complex geheel van factoren een rol.

Er zijn twee groepen theorieën :

- Het bio-psycho-sociale model, dit wil zeggen dat pedofilie ontstaat door een combinatie van opvoeding, karakter, de leefomgeving en ontwikkeling (zowel sociale als de psychoseksuele ontwikkeling) van de desbetreffende persoon. Dat uit deze oorzaken een pedofiel naar voren komt, komt doordat de persoon in zijn jeugd zich niet goed heeft kunnen ontwikkelen op sociaal gebied.

Daardoor blijft de hunkering om met kinderen om te gaan bestaan en als volwassen man raakt de pedofiel gefixeerd op jonge kinderen. De pedofiel voelt zich door een sociale achterstand vaak ook in de volwassen wereld niet geaccepteerd, deze persoon voelt zich dan eenzaam en raakt in een soort isolement. Om dit isolement te ontvluchten concentreert de pedofiel zich op kinderen want deze accepteren hem wel en over hen kan hij macht uitoefenen want hem niet lukt en ook nooit is gelukt over zijn eigen leeftijdsgenoten.

Door de negatieve reacties op pedofilie in de samenleving is het ook moeilijk voor de pedofiel om over z¡¦n gevoelens te praten en daardoor komt hij nog meer in een isolement en gaat hij zich ook weer meer op kinderen richten, zo raakt de pedofiel in een vicieuze cirkel van gevoelens en wordt hij emotioneel afhankelijk van kinderen.

Pedoseksuelen zijn soms zelf op jonge leeftijd seksueel misbruikt en hebben daar zoveel schade aan over gehouden dat zij weer precies hetzelfde bij (hun) kinderen gaan doen.

Uit onderzoek van Ray Blanchard blijkt dat sommige mannen die kinderen misbruikt hebben, geen goede kennis hebben van hun echte seksuele voorkeur of er niet eerlijk over zijn. Parafiele interesse hoeft ook  niet aanwezig te zijn bij plegers die een minderjarige misbruiken. Maar hoe meer slachtoffers jonger dan 13 jaar iemand gemaakt heeft, hoe groter de kans dat er in psychiatrisch opzicht sprake is van een pedofiele stoornis, ook al ontkent de pleger dat.

- Een andere oorzaak voor pedofilie kan zijn dat pedofilie een seksuele geaardheid is, net zoals hetero- en homofilie. Deze geaardheid ligt dan al vast bij de geboorte en heeft niets te maken met de leefomstandigheden en het karakter van de desbetreffende persoon. Men spreekt over een aangeboren of verworven parafilie.

Er zijn een aantal dingen die een pedofiel kenmerken. Sommige van deze kenmerken kunnen ook een mogelijke oorzaak voor pedofilie zijn. De kenmerken zijn:

1. Pedofielen vinden vaak dat ze een mislukkeling zijn en proberen alles om geaccepteerd te worden door de samenleving. Het kan ook een tijdelijke periode van mislukking zijn doordat werk, school, relaties, familie, foutlopen. In zulke periodes van depressie grijpt men naar kinderen omdat men daar geen weerstand vermoedt te vinden en denkt geen ontgoochelingen op te lopen.
2. Ze trekken zich vaak terug in hun eigen wereld met kinderen en soms ook met dieren, omdat ze niet in de volwassenenwereld kunnen stand houden.
3. Ze voelen zich alleen veilig en geaccepteerd bij kinderen.
4. Door de soms goede herinneringen aan een (school)vriendje komen er verkeerde gevoelens naar boven.
5. Pedofielen zoeken jongens/meisjes uit die niet geaccepteerd worden en naar genegenheid snakken. Ze luisteren en praten veel met deze kinderen en zorgen dat het kind emotioneel afhankelijk van hen wordt.
6. Ze zoeken situaties uit waarin ze alleen zijn met hun slachtoffer.
7. Een pedofiel heeft vaak niet door dat hij fout zit en denkt echt dat het kind waar hij seks mee heeft het leuk vindt en dat de relatie wederzijds is.
8. Een pedofiel redeneert ook als volgt: als het kind iets weigert dan stop ik met alle cadeautjes en uitstapjes en wijs ik hem/haar af, dan komt hij vanzelf wel weer bij mij terug.

Er is een verschil tussen mannen die op jongens en meisjes vallen. Bij mannen die op jonge jongens vallen, herken je vooral bovenstaand patroon. Mannen die op jonge meisjes vallen, zijn vaak ook geobsedeerd door de maagdelijkheid van jonge meisjes, ze hebben nog geen seksuele ervaringen gehad en zijn dus nog puur en ongerept, ze zijn nog speels, onvolwassen, spontaan en de pedofiele mannen denken dat ze hen nog onbevangen kunnen begeren, "als eerste hen kunnen ontmaagden". Dit zie je bijvoorbeeld bij mannen die naar Aziatische landen afreizen en daar expliciet prostituees uitzoeken die jong zijn of vragen naar kinderen die zij dan kunnen ontmaagden.  Het gaat dan soms ook om mannen die geen gezonde seksuele relatie met volwassen vrouwen kunnen uitbouwen en denken dat dit met jonge meisjes (jongens) wel kan. Vaak zie je bij dit soort mannen ook de ongelijke machts- en misbruikrelatie, bijvoorbeeld een priester, een leraar, een ouder die door hun functie het jonge meisje (of jongen) kunnen dwingen tot seksuele handelingen. Deze mannen zijn niet in de mogelijkheid om met volwassenen seksuele relaties aan te gaan en zoeken dan bevrediging in seksueel misbruik van jonge kinderen.  Bizar genoeg zijn de daders overtuigd dat deze kinderen dan van hun houden, ze overladen hen met cadeaus en het doen van leuke dingen. Ze zijn ook overtuigd dat de kinderen zelf ook genieten van de seksuele handelingen, terwijl de kinderen ofwel niet beter weten of niet durven reageren omdat ze in een ongelijke machtsrelatie zitten.

Hoe schadelijk is pedofilie voor het kind?

De eerste seksuele contacten zijn heel belangrijk voor een kind. Hier moet hij/zij op zijn eigen tijd met leeftijdsgenoten zelf achter komen. Als het kind dan al op (te) vroege leeftijd met seksualiteit in aanraking komt, worden de seksuele gevoelens te vroeg geprikkeld. De seksuele ontwikkeling gaat te vroeg een te grote rol in het leven van een kind spelen, hierdoor raken de seksuele gevoelens van een kind uit balans en kan dit op latere leeftijd tot seksverslaving of andere seksuele abnomaliën leiden. Soms zie je dat volwassenen die kinderen misbruiken, zelf als kind misbruikt geweest zijn.

In een pedofiele relatie is het bedoeld dat alles wat gebeurt strikt geheim blijft, het slachtoffer moet op jonge leeftijd al een heel groot geheim bewaren en dat weegt heel zwaar, zeker op die leeftijd. Het slachtoffer raakt ook door het te vroege seksuele contact en door het geheim dat het met zich mee draagt afgezonderd van zijn leeftijdsgenootjes, ouders en zijn/haar omgeving.

Door het te vroeg in contact komen met seksuele aanrakingen en prikkelingen kan het kind een achterstand op zijn emotionele en geestelijke ontwikkeling oplopen. Deze achterstand gaat soms gepaard met slechte resultaten op school.  Een pedofiel houdt er ook van om macht over een kind te hebben want over volwassenen lukt het hem niet om overwicht te hebben. Dit is vaak nog belangrijker dan de seksuele gevoelens. De volwassene dwingt of verleidt het kind, door zijn machtsoverwicht, dingen te doen die hij wil dat het kind doet. Dit is voor het kind heel slecht en is niet goed voor zijn/haar ontwikkeling.

De verhouding volwassene/kind wordt door de seksuele relatie verbroken en het respect dat het kind heeft voor de volwassene vervaagt. Hierdoor kan ook het respect voor elke andere gezaghebber verdwijnen. Vreemd genoeg kan de relatie soms een positief effect hebben op de schoolresultaten van het kind. Dit komt de vele aandacht die het kind nu krijgt en voorheen waarschijnlijk veel minder kreeg. Zodra het kind volwassen wordt (in de puberteit komt) verliest de pedofiel zijn interesse in het kind en neemt afstand. Het kind snapt dit ook niet en raakt extra verward door het plotselinge aandacht tekort.

Natuurlijk is elke seksuele relatie tussen en kind en een volwassenen slecht voor het kind, want het kind is zeker op die leeftijd nog niet in staat te beslissen wat hij of zij wel of niet wil laten gebeuren met zijn/haar lichaam!

Pedoscan

Betrouwbare en valide diagnostiek van zedendelinquenten is moeilijk, vooral als het gaat over parafiliën – afwijkende seksuele interesses en voorkeuren. Door de onbetrouwbaarheid van zelfrapportage en de ontoereikendheid van gedragsobservatie bij deze doelgroep zouden psychofysiologische of neuropsychologische instrumenten een goede manier kunnen zijn om meer te weten te komen over de seksuele voorgeschiedenis, de seksuele fantasieën, motivatie en gedragingen van een patiënt. Maar een recente suggestie van de Amsterdamse neurowetenschapper Victor Lamme gaat wellicht veel te ver. Volgens Lamme zou het mogelijk zijn met hersenscans te bepalen of een man pedofiele neigingen heeft. Zo zouden crèchemedewerkers zelfs ‘pedoscanproof’ kunnen worden. Lamme wijst op werk van een Amerikaanse onderzoeker die plaatjes van naakte kinderen en volwassenen liet zien aan een aantal mannen en vervolgens naging hoe hun hersenen daarop reageerden. Hij probeerde hun breinen te classificeren als ‘normaal’ of ‘pedofiel’. Dat lukte heel goed, zegt Lamme: de specificiteit van de ‘test’ bleek zelfs 100 procent, dat wil zeggen dat er nooit een normale man voor pedofiel werd aangezien. Wel glipte er af en toe een pedofiel door de mazen van het net. Beter is wellicht om te werken met risicotaxatieinstrumenten. Er bestaan geen specifieke instrumenten voor het registreren van pedofilie, maar wel rond seksueel grensoverschrijdend gedrag in het algemeen en bij jongeren.  Deze risicotaxatieinstrumenten bevatten scoringslijsten met een aantal items die men op verschillende niveaus kan situeren.

risicotaxatie

Voorbeeld risicotaxatieinstrument voor seksueel grensoverschrijdend gedrag bij jongeren. SGOG (Nederlands Jeugd Instituut 2014)

Is kinderpornografie een aanvaardbare alternatieve seksualiteitsbeleving voor pedofiele mensen ?

Nee.  De aanmaak van kinderpornografie vergt immers het misbruiken van kinderen om deze beelden te kunnen maken.  Bekijken van kinderporno is dus indirect kindermisbruik en strafbaar op zich.  Een belangrijk deel van mensen die kinderporno bekijken krijgt ook last van verslavingskenmerken waardoor bij deze mensen ook veel pedofilie als psychiatrische aandoening vastgesteld wordt.  Daarenboven is er een risico dat de pedofiele gevoelens door het bekijken van de porno zo sterk kunnen worden, dat ze zouden overgaan in een aandrang om kinderen echt te misbruiken.  Hoe groot dat risico is, kan nog niet wetenschappelijk bewezen worden.  Maar uit een eerste Nederlands onderzoek met een polygraaf (een soort leugendetector) bleek dat 19 van 23 mannen die enkel en alleen voor downloaden van kinderporno veroordeeld waren, ook toegaven kinderen direct misbruikt te hebben of dat zouden willen doen.Het maant in ieder geval tot grote voorzichtigheid aan.  Daarenboven blijft de vaststelling dat downloaden van kinderporno op zich reeds strafbaar indirect seksueel misbruik is.  Het is voor preventie dadertherapie dus essentieel dat kinderporno geen aanvaardbare oplossing is. 

Onderzoekers vonden dat bij kinderpornosurfers vaker de psychische stoornis “parafiele pedofilie” kan worden vastgesteld dan bij de totale groep van mensen die een kind effectief misbruikt hebben. Het vaak bekijken van kinderporno en zich erbij masturberen hangt samen met het koesteren en onderhouden van pedofiele fantasieën. Maar naast deze pedofiele surfers die omwille van een bestaande aantrekking tot kinderen naar kinderporno op zoek gaan, bestaat er ook een groep gebruikers die uit ongezonde nieuwsgierigheid, sensatiezucht of een drang naar steeds extremere prikkels kinderporno opzoeken. Zij lopen hierdoor het risico dat deze kinderpornografische beelden ook deel gaan uitmaken van hun seksuele fantasiebeleving.

Sommige gebruikers zijn zich ervan bewust dat hun surfen problematisch is.  Ze kunnen intense schuld en schaamte voelen na het surfen en krijgen desondanks hun gedrag niet onder controle.   Bovendien kan het besef dat ze zichzelf en hun gezinsleden door hun surfgedrag ernstig in gevaar brengen, ertoe bijdragen dat ze uit eigen beweging en nog voor ze door justitie gepakt worden, voor een preventieve therapie kiezen. Maar de meeste kinderpornosurfers stappen vaak niet uit eigen beweging naar de hulpverlening, meestal pas als hun surfgedrag uitkomt door betrapt te zijn op het werk, door de partner, of door de politie.

Vrouwelijke pedofielen?

Vrouwelijke pedofilie komt maar heel zeldzaam voor. Enerzijds omdat bij vrouwen de drang om te misbruiken en seksuele lust niet zo hoog ligt dan bij mannen. Anderzijds is er wellicht ook een dark number. Als een vrouw het piemeltje van een kind liefdevol aanraakt bij het wassen, denkt men aan een koesterende moeder die het kind liefdevol bejegent, als een man identiek hetzelfde doet is het een pedofiel.

Een BBC artikel rapporteert dat van de 16.094 pedofiele slachtoffers die naar de Engelse kindertelefoon belden, er  2.142 misbruiken door een vrouw gepleegd werden.  Dit is 132% hoger dan cijfers uit 2004.   "De vrouwelijke pedofiel valt minder op", stelt de Nederlandse psychiater Frank Van Ree. "Een man met een kind op schoot wordt meteen verdacht, terwijl er bij een vrouw minder raar wordt opgekeken. Een vrouw die haar kinderen niet knuffelt en streelt is eerder abnormaal dan normaal, daarom raken vrouwelijke pedofielen er makkelijker mee weg".

Moederliefde?
"Sommige vrouwen hebben wel door dat hun gevoelens anders dan normaal zijn, maar noemen het geen pedofilie. Hun gedrag bestempelen ze zelfs als moederliefde. Sommige vrouwen worden bijvoorbeeld opgewonden van het geslacht van hun kind.
Vrouwen die beseffen dat ze pedofiel zijn, zetten hun gevoelens minder snel om in daden dan mannen. Mannen zijn veel experimenteler en sterker gericht op seks dan vrouwen. Ze zijn meer gericht op genitale prikkels.''  Pedofielen vallen op kinderen onder de 12 jaar.  In het algemeen vallen de mannelijke pedofielen op jongens en de vrouwelijke pedofielen op meisjes. Vaak zijn de pedofielen zelf homoseksueel. Volgens psychiater Van Ree komt dat doordat de pedofielen in hun kindertijd zijn blijven hangen. "Iedereen heeft vroeger wel eens doktertje of andere seksuele spelletjes gespeeld.  Tijdens deze spelletjes betasten kinderen elkaar. (HLN, 11/01/2011)

Empirische studies naar volwassen vrouwelijke zedendelinquenten zijn schaars, schrijft Hendriks (2004) in zijn overzichtsartikel in het Tijdschrift voor Seksuologie. Hij verwijst naar diverse auteurs maar merkt op dat er amper onderzoek naar werd gedaan naar voorkomen en beweegredenen. Alle studiewerk concentreert zich altijd op seksueel misbruik door mannen. Vrouwelijke zedendelinquenten en in het bijzonder meisjes die zedendelicten plegen vormen een groep die in veel criminologisch onderzoek wordt overgeslagen.  Natuurlijk wordt minder vaak bij forensische instellingen een meisje aangemeld dat als dader bij een zedendelict betrokken is geweest. Een eerste oorzaak daarvan is het feit dat vrouwen en meisjes die zedendelicten plegen kwantitatief een (erg) kleine groep vormen. Ten tweede wordt vaak gemeld dat de problematiek bij en achtergrond van deze meisjes waarschijnlijk heel anders zijn dan van jongens die zedendelicten plegen. Van alle typen (jeugdige) zedendelinquenten is naar de vrouwelijke daders tot nu toe de minste aandacht uitgegaan. Met de diagnostiek en behandeling van deze meisjes  werd ook nauwelijks  ervaring opgebouwd. Meisjes die zedendelicten plegen, vormen daardoor een vrijwel onbekende groep.

Hendriks (2004) verwijst naar Green (1999) die aangeeft dat 14 tot 24% van de jongens en 6 tot 14% van de meisjes misbruikt zou zijn door een vrouw.  Allen (1991 in Hendriks, 2004) vergelijkt mannen met vrouwen die seksueel misbruik hebben gepleegd bij een kind. Uit deze studie blijkt onder meer dat de relatie tussen de ouders van de vrouwelijke daders slechter is dan die tussen de ouders van misbruikende mannen.  Verder wordt opgemerkt dat deze vrouwelijke daders vaker in hun gezin van oorsprong slachtoffer zijn geweest van verwaarlozing, fysieke mishandeling en seksueel misbruik. Meer dan de helft van de slachtoffers van vrouwen blijken eigen, geadopteerde, stief- of pleegkinderen te zijn.

Signalen

Om tijdig pedofilie op te sporen zou je de signalen moeten opmerken. Wanneer strafbare delicten gepleegd worden is het uiteraard duidelijk dat betrokkene pedofiele neigingen heeft, maar vaak blijft pedofilie verborgen. Er zijn mannen (vrouwen zijn in de absolute minderheid) die kicken op het verzamelen van kinderpornografische afbeeldingen. Ze kunnen jarenlang ongestoord hun gang gaan en meestal worden gegevens uitgewisseld in verborgen, goed beveiligde chatboxen, verborgen fora enz. op internet. Men vermoedt, maar men weet het gewoon niet, dat er honderden, misschien duizenden geheime websites, fora, enz. bestaan op internet waar pedofielen beelden uitwisselen. Meestal pas per toeval komt dit naar boven, bijvoorbeeld als een dader wordt betrapt, waarbij men via IP adressen alle gebruikers kan achterhalen, of wanneer mensen betalen via VISA kaart voor het te kunnen downloaden van pornografische afbeeldingen. Zelden of bijna nooit, zal een dader zelf naar buiten treden met zijn verzameling en behoefte om kinderpornografische afbeeldingen te collectioneren. Pas na heel veel vertrouwensstappen geraakt men in de verborgen internetgroepen, waarbij men eerst zelf heel wat materiaal moet delen, vooraleer men ander materiaal aangeboden krijgt.  Om deontolische en ethische redenen, is het niet mogelijk om als rechercheur of als hulpverlener in deze verborgen internetruimtes te infiltreren.

Zijn er signalen die de omgeving kan opmerken. Op het gevaar af onnodige veronderstellingen te gaan maken of valse beschuldigingen en wantrouwen op te wekken zijn er enkele signalen. Zo blijkt dat pedofielen in hun relaties voorkeur hebben voor meisjes die er ondanks hun leeftijd jonger uitzien, meestal met weinig of geen borstontwikkeling. Kleine borsten krijgen de voorkeur als men surft op internet of als men naar hun aantrekkelijkheidsvoorkeuren vraagt. Mannen met pedofiele neigingen vragen vaak aan hun vrouwelijke (of mannelijke) partner om zich volledig te scheren in de schaamstreek maar ook om elders (vb armen, benen, voor mannen borstkas) haren te verwijderen. Geen genitale haargroei krijgt ook de voorkeur als men hen naaktfoto's aanbiedt. Bij vrouwelijk pedofielen zie je gelijkaardige voorkeuren. Meestal zijn vrouwelijke pedofielen lesbisch georiënteerd en vallen ze op jongere meisjes, niet op jongetjes.

Verder kicken ze op volwassenen met kinderlijke trekken, die kinderlijk gekleed gaan (vb kortgerokt, magere benen, magere modellen, enz.) Ze vragen hun partner om staartjes in de haren te doen zodat ze er kinderlijker uitzien en in hun seksuele spelletjes hebben ze graag dat hun partner zich verkleed als jong (school)meisje.

Mannen  (of vrouwen) die echt  opvallend veel foto's maken van kinderen op het strand, in de speeltuin, op schoolfeesten en bijvoorbeeld bepaalde kinderen focussen in plaats van groepen kinderen of volwassen, kunnen pedofiele neigingen hebben.  Verder zie je dat deze personen graag met kinderen spelen waarbij ze hun kunnen aanraken, denk aan tikspelletjes, spelletjes waarbij kinderen op de schoot moeten komen zitten, waar men hen op verschillende lichaamsdelen kan aanraken, enz. Ze gaan schommelen en in plaats van de kinderen te duwen, nemen ze zelf plaats op de schommel met een kind op de schoot, enz.

Wanneer ze zelf kinderen hebben, nodigen ze opvallend vriendjes en vriendinnetjes uit om te komen spelen en als het kan ook te blijven overnachten. Als deze kinderen zich vuil maken of als ze gaan slapen, zijn ze er opvallend toevallig bij om te helpen, nemen ze foto's aan het zwembadje, enz.

Nogmaals dit zijn tekenen die vaak voorkomen maar niet alle vrouwen en mannen die bovenstaand gedrag vertonen hebben pedofiele neigingen. Het kan ook gewoon gaan om personen die graag met kinderen omgaan, zij het professioneel, zij het omdat ze kinderen zich graag zien amuseren of omdat ze zichzelf  nog altijd een beetje kind blijven voelen en zich daar in kunnen uitleven.

Samengevat

Wie strafbare zedenfeiten op kinderen pleegt, lijdt daarom nog niet aan de “psychische stoornis pedofilie”.  In seksuologisch opzicht is er een verschil tussen pedofilie (psychische stoornis) en pedoseksualiteit (beschrijvende aanduiding van het misbruikgedrag).  Pedofilie is dus een seksuo-psychiatrische diagnose die betekent dat iemand een intense seksuele aantrekking tot kinderen heeft.  Het is mogelijk om aan deze aantrekking te lijden en toch geen feiten te plegen.  Hierbij moet evenwel direct opgemerkt worden dat het bekijken van kinderporno (Kinderpornografie) gelijkstaat met het plegen van strafbare feiten.  Anderzijds is het mogelijk om kinderen seksueel te misbruiken en niet aan de psychiatrische stoornis pedofilie te lijden.  Daarom heeft in de forensische praktijk de term pedoseksualiteit de voorkeur.  Hiermee wordt in seksuo-psychiatrische termen verwezen naar de seksuele handelingen zelf.  Een handeling is “pedoseksueel”, indien het om strafbare feiten op kinderen gaat.

Strafbare feiten Belgisch strafrecht?

Op de website van Sensoa is te vinden dat voor de Belgische strafwet de volgende seksuele handelingen met minderjarigen strafbaar zijn (zie website):

-Tegen de wil betast worden, gedwongen worden porno te bekijken of toe te kijken op “live” seksuele activiteiten van anderen zijn enkele voorbeelden van “aanranding van de eerbaarheid”.  Als de minderjarige 15 jaar of jonger is, veronderstelt de rechter altijd dwang.  De wet gaat ervan uit dat iemand die nog geen 16 is, niet rijp genoeg is om te oordelen of hij of zij seksuele omgang wil. Vanaf 16 jaar hebben jongeren seksueel zelfbeschikkingsrecht.

-Als er penetratie is, spreekt men van verkrachting.  Met penetratie wordt bedoeld : het binnendringen in de vagina, mond of anus met penis, vinger of een voorwerp.  Indien de minderjarige minder dan 14 jaar oud is, wordt elke penetratie strafrechtelijk als verkrachting beschouwd.  Bij een 14- of 15-jarig slachtoffer kan de rechter een penetratie eventueel als aanranding van de eerbaarheid beschouwen.

-Seksueel contact tussen een minderjarige en een bloedverwant in opgaande lijn is incest en dus strafbaar. De leeftijdsgrens wordt hier opgetrokken tot 18 jaar en dwang speelt hierbij geen rol. Er is steeds sprake van een misdrijf. Met familie bedoelt men ouders, grootouders of overgrootouders, adoptanten, broers en zussen of personen die een soortgelijke positie hebben in het gezin zoals stiefouders, -broers of –zussen. Ook personen die occasioneel met de minderjarige samenwonen en er gezag over hebben, vallen onder deze wetgeving.

-Kinderporno:  “voorwerpen of beelddragers van welke aard dan ook die houdingen of seksuele handelingen met pornografisch karakter vertonen waarbij minderjarigen worden voorgesteld of betrokken zijn”.  Er circuleren drie vormen van kinderporno op het internet.  De uiteindelijke interpretatie van wat strafbaar is, ligt bij de rechter.
*beelden met een pornografisch karakter van reële minderjarige slachtoffers
*pornografische beelden die bekomen zijn door trucage via computertechnieken (= morphing)
*kindererotica waarbij beelden van naakte of schaars geklede kinderen getoond worden en het kind als seksueel object voorgesteld wordt.

-Wie met een minderjarige tot seksuele handelingen overgaat en de minderjarige (-18j) daarvoor betaalt of op materiële wijze beloont, of zelfs enkel beloning aanbiedt, pleegt een misdrijf.  Seks mag nooit gekocht worden van een minderjarige (-18j).  Het passief bijwonen van een dergelijke transactie met een minderjarige is ook strafbaar.

-Jongeren beneden de zestien jaar mag men geen seksuele handelingen verkopen, ook al neemt die daar zelf het initiatief toe.  De meerderjarige zal hier altijd strafbaar bevonden worden.  Ook bij zestien- en zeventienjarigen kan dit beschouwd worden als ontucht of “aanzetten tot ontucht”.

-Het “verkopen, tentoonstellen of verspreiden van met de goede zeden strijdige teksten, afbeeldingen en voorwerpen” aan minderjarigen is strafbaar.  Als de afbeeldingen, teksten of voorwerpen “oneerbaar” zijn, is het extra bezwarend minderjarigen hiermee te confronteren.  Met oneerbaar wordt bedoeld dat ze de verbeelding van de minderjarige kunnen prikkelen. 

-Wie jonger is dan 18 mag niet meewerken aan de productie van pornofilms, pornofoto’s of andere pornografische afbeeldingen of voorwerpen.  De strafwet geldt enkel voor meerderjarigen, wat betekent dat minderjarigen (bijna) steeds worden beschouwd als slachtoffer.  Elke seksueel getinte naaktfoto van een minderjarige gemaakt door een meerderjarige kan door de rechter dus als strafbaar aangemerkt worden.

-Alle “liederlijke en onzedelijke handelingen die de ontucht, het bederf of de prostitutie van een minderjarige opwekken, begunstigen of vergemakkelijken”, worden bestraft.  Hiermee is vooral kinderhandel en seksuele uitbuiting van minderjarigen bedoeld.

Bronnen

http://nl.wikipedia.org/wiki/Pedofilie

http://www.seksuologie-nijmegen.nl/pedofilie.html

http://www.iter-hulp.be

http://medischcontact.artsennet.nl

http://www.scholieren.com/werkstuk/12493

 

Mogelijke hulpverlening en tips

Bij ernstige gevallen van pedofilie en zeker bij strafbare feiten komt de dader al dan niet verplicht in gespecialiseerde centra terecht. Meer hierover onderaan deze rubriek.  In gevallen er pedofiele gevoelens en gedachten zijn, zonder dat er strafbare handelingen gebeurd zijn, kan een therapie bij een gespecialiseerd hulpverlener een mogelijk antwoord bieden. Niet elke hulpverlener is opgeleid om pedofiele gevoelens te behandelen. Enkel met voldoende kennis over de problematiek kan een gespecialiseerd seksuologisch hulpverlener de cliënt hierin gepast helpen.

Om te "genezen" moet een pedofiel/pedoseksueel eerst accepteren dat wat hij voelt en doet met kinderen niet goed is, ook moet hij zijn gevoelens leren te accepteren pas als dit gebeurt is kan hij leren zijn gevoelens te begrijpen en andere er niet door te schaden.  Om los te komen van zijn seksuele gevoelens voor kinderen moet de pedofiel met iemand over zijn verlangens gaan praten. Om van deze gevoelens af te komen is voor een pedoseksueel gemakkelijker dan voor een pedofiel. Het is een domme vergelijking maar het is net hetzelfde om te vragen dat een heteroseksueel of homoseksueel  van zijn homo- of heteroseksuele gevoelens af moet komen. Om van je geaardheid af te komen is eigenlijk onmogelijk, maar om te proberen niet aan je gevoelens toe te geven is iets wat kan lukken.
Pas als een pedofiel/pedoseksueel over zijn gevoelens kan praten kan hij uit zijn isolement komen en gaan proberen contact met andere volwassen mensen te maken. Daarbij is het wel heel belangrijk dat de volwassenen in zijn omgeving niet negatief op hem reageren want dan kan hij zo weer terug vallen in zijn isolement en zich weer op kinderen gaan concentreren.

Natuurlijk moet er bij het "genezingsproces" professionele hulp aan te pas komen. Bij pedoseksuelen kan therapie er voor zorgen dat de dader meer zelfinzicht krijgt en door dit zelfinzicht door gaat krijgen wat hij eigenlijk doet en wat voor gevolgen dit heeft.
Voor pedofielen ligt het allemaal wat ingewikkelder, pedofielen vinden namelijk ook niet dat ze fout zijn. Ze zijn toch lief voor de kinderen? En ze doen toch geen dingen die de kinderen niet willen? Ze beseffen niet dat de foto's die ze bekijken van kinderen, onder dwang kunnen genomen zijn of waarbij ongewenste seksuele handelingen werden verricht tussen een volwassene en kinderen.  Door therapie, dat vooral uit preventietraining bestaat, leren zij met hun gevoelens om te gaan. Ze moeten leren omgaan met de pedofiele gevoelens, die mogen er wel zijn, maar ze mogen geen aanleiding geven tot seksueel grensoverschrijdend gedrag en op een gezonde manier gekanaliseerd worden naar in de maatschappij aanvaardbaar gedrag.

Ook leren ze voorzorgsmaatregelen te nemen, een aantal van deze maatregelen kunnen zijn:
- Gelegenheden waar kinderen komen vermijden.
- In wijken gaan wonen waar niet veel kinderen komen en wonen.
- Kunstmatig castreren; het slikken van bepaalde pilletjes waardoor de lust weggaat. Een groot nadeel hiervan is dat de pilletjes niet verplicht zijn en er ook niet gecontroleerd kan worden of de pedofiel ze wel slikt.
- Het hebben van een buddy, dit kan een vriend, kennis of familielid zijn. Deze buddy houdt de pedofiel in de gaten. Bijvoorbeeld kan een partner die de pedofiel wil blijven steunen, hierbij heel nuttig zijn om de pedofiele neigingen te onderdrukken
-Aangaan van normale, gezonde volwassen relaties, ook op seksueel gebied
-Proberen uit de depressie, burn-out, relatieproblematiek, enz. te geraken zodat men niet hoeft te vluchten in de pedofiele neigingen.

Veel plegers stellen zich de waarom-vraag: waarom heb ik dit gedaan? Hoe is dit kunnen gebeuren? Wat is er mis met mij? Ze hopen dan een antwoord te vinden dat een lijstje van redenen geeft (liefst maar één) waarom het zedenfeit heeft plaatsgevonden. Strafbaar seksueel gedrag (naar kinderen of volwassenen) valt maar zelden als één verkeerde stap uit de lucht. Er gaat bijna altijd een hele reeks kleine keuzebeslissingen aan vooraf. Kleine stapjes die elk op zich veel minder problematisch zijn, maar die in een verkeerde richting leiden. Wie de voorbeelden er op na leest, kan vaak al vermoeden welke voorafgaande geschiedenis er is. Hier kan je één langer verhaal lezen van een pleger die zijn geschiedenis vertelt. Hét antwoord op dé waarom-vraag bestaat dus niet. Er bestaan wel antwoorden op kleine waaromvragen bij de vele keuzemomenten die een pad begeleiden in de richting van misbruik. Daarom is preventief denken ook zinvol. Het is een vorm van vroegdetectie: proberen om vroeg in het keuzeproces tussen te komen. Soms is er geen goed antwoord op de waarom-vraag te vinden. De kleine stapjes zijn niet te reconstrueren, of het is allemaal al langer geleden en de gemaakte keuzes zijn niet zo duidelijk… Dan kan het helpen om te zoeken naar een antwoord op een andere vraag: waarom heb ik geen andere keuzes gemaakt?

Preventieve hulp

Bij preventieve hulp start de evaluatie anders dan bij daderhulp, nadat feiten gepleegd zijn.  Bij preventieve hulp start de evaluatie of probleemverkenning niet vanuit de misbruikfeiten om dan te gaan zoeken welke problemen een rol kunnen spelen bij een terugvalrisico.  Het startpunt is integendeel het aangevoelde probleem van de hulpzoeker :  de storende of onrustwekkende fantasieën, de verwarrende of beangstigende aandrang om feiten te plegen, de aanzet of het begin van feiten dat er misschien al geweest is.

Tijdens een evaluatie wordt de levensgeschiedenis uitgebreid in kaart gebracht.  Een psychiatrisch interview is nodig om te peilen of er ook bijzondere medisch-psychiatrische problemen zijn.  Psychodiagnostische vragenlijsten zijn speciaal bedoeld om goede therapeutische doelstellingen te kunnen formuleren.  Eventueel kan met de hulpzoeker besproken worden of een gesprek met een “belangrijke derde persoon” zinvol kan zijn om nog een beter zicht op problemen in het dagelijks leven te kunnen krijgen.  Met een “belangrijke derde persoon” wordt iemand bedoeld die de hulpzoeker goed kent en die mee kan nadenken over de therapie en waar die kan bij helpen.  Belangrijk is natuurlijk dat dit nooit achter de rug van de hulpzoeker gebeurt en dat enkel een persoon kan uitgenodigd worden die ook al op de hoogte is van het aanmeldingsprobleem.  

Bij deze probleemverkenningsfase hoort ook nog dat alle resultaten van de gesprekken en de vragenlijsten uitgebreid met de hulpzoeker besproken worden.  Het is belangrijk om af te toetsen of de resultaten herkenbaar zijn en of ze eventueel moeten worden bijgesteld.

Hoe ziet een behandel- en begeleidingsplan eruit ?

Na de evaluatie- en probleemverkenningsfase en op basis van alle verzamelde informatie doet de therapeut een voorstel.  Hij heeft dit overlegd met de collega’s om een voorstel te kunnen doen waar goed over nagedacht is.  Bij dit voorstel wordt ook rekening gehouden met de wensen van de hulpzoeker, maar dat wil niet zeggen dat zondermeer op die wensen wordt ingegaan.  Het voorstel moet een zo hoog mogelijke kans op slagen hebben en daarom moet ook rekening gehouden worden met wetenschappelijke inzichten.  Een voorstel kan verschillende vormen aannemen. Een therapeutisch voorstel kan uit de volgende elementen bestaan :
-groepstherapie :  met anderen samen over problemen nadenken
-individuele gesprekstherapie
-medicamenteuze ondersteuning
-partner- en/of gezinstherapie

Het besluit kan ook zijn dat therapie aangewezen is maar dat een ander centrum of een andere therapeut hiervoor beter geplaatst is. Ten slotte kan het besluit ook zijn dat therapie op dit moment en op basis van de beschikbare informatie niet nodig of niet wenselijk is

Methoden

Cognitief-gedragstherapie

De behandeling van pedofilie is gericht op recidivepreventie door middel van het aanleren van (seksuele) zelfbeheersing in risicovolle situaties. Veel aandacht wordt gericht op de factoren in het hier en nu die het delictgedrag oproepen en in stand houden en ook op het onderwerp (deviante) seksualiteit .

Het behandelingsmodel omvat de volgende thema’s: ontkennen en minimaliseren, cognitieve vertekening, deviante fantasieën, empathie met het slachtoffer, sociale competentie en terugvalpreventie. De meeste plegers van misbruik zullen gedeeltelijk ontkennen of hun verantwoordelijkheid afschuiven op iemand anders of op de omstandigheden. In dat geval wordt de cliënt uitgenodigd volledige openheid van zaken te geven. De behandelaar vraagt door naar de details, gedachten en emoties, maar ook naar zijn interpretatie van de emotie en het gedrag van het slachtoffer.

De rol van de behandelaar is daarbij steunend en confronterend. In de volgende fase is het belangrijk dat de cliënt zijn argumenten voor het misbruik ontmaskert en uitdaagt. Zijn interne remmingen of morele bedenkingen worden overwonnen door een vertekende waarneming van de gevoelens en het gedrag van het slachtoffer (cognitieve vertekening). Hij ziet het slachtoffer bijvoorbeeld als een kind dat graag seks met hem heeft. Pas als hij deze verdraaiing inziet als zelfmisleiding en excuus voor misbruik,kunnen gevoelens van schuld en verantwoordelijkheid tot uiting komen.

Dit wordt bereikt door net als in de vorige fase de cliënt zijn verdraaiingen uit te dagen. Voor het aanpakken van de deviante fantasieën wordt de cliënt gevraagd om zijn huidige masturbatiefantasieën of dagdromen op te schrijven en de frequentie en sterkte ervan te noteren. Tevens wordt als huiswerkopdracht meegegeven te noteren of ze weerstand wisten te bieden en of ze daarin slaagden.

Na deze opdracht uitgevoerd te hebben, krijgt de cliënt instructies voor bedekt aversief conditioneren of masturbatie-herconditionering. Bij de eerste methode krijgt de cliënt de instructie om opkomende fantasieën te associëren met sterk negatieve gedachten zoals ‘weer terug naar de gevangenis moeten waar ik gruwelijk werd gepest door medegedetineerden’. Bij masturbatie -herconditionering wordt de cliënt geleerd om fantasieën over seks met een volwassenen te gebruiken bij het masturberen.

Lukt het niet om de deviante fantasieën te weerstaan, dan kan  medicatie een goed hulpmiddel zijn. Hier wordt onderaan verder op in gegaan. Een cliënt ziet niet graag in dat hij schade toebrengt aan het slachtoffer. Om te leren de emoties van anderen te zien, het perspectief van een ander in te nemen en de negatieve emoties van anderen te voelen en daar empathisch op te reageren, wordt de cliënt uitgenodigd een hypothetische brief te schrijven alsof hij het slachtoffer was.

De cliënt moet beschrijven wat er in het meisje of de jongen omging en met welke problemen het slachtoffer nu kampt als gevolg van het misbruik. Het volgende deel bestaat uit het “versterken” van de vaardigheden die nodig zijn om intimiteit te bereiken in een gelijkwaardige relatie en om constructief om te gaan met frustraties, conflicten en alleen zijn. De copingsvaardigheden worden versterkt door nadelige aspecten te belichten en te vervangen door positievere vaardigheden. Als laatste volgt het onderdeel terugvalpreventie. Er wordt door de cliënt met hulp van de behandelaar een lijst met waarschuwingssignalen en alternatieve oplossingen gemaakt die de cliënt altijd bij zich moet houden. Kenmerken hieruit zijn het herkennen van de cyclus van gebeurtenissen, gevoelens en gedachten die vooraf gaan aan het misdrijf; specificatie van risicofactoren (stress, alcohol, ruzie, e.d.) en aangeleerde strategieën en opgestelde plannen die risico situaties kunnen verminderen of vermijden.

Indien de hulpzoeker hiermee instemt, kan een behandel- en begeleidingsplan opgemaakt worden.  Hierin worden de therapeutische doelstellingen vastgelegd en het parcours dat zal gevolgd worden.  Ook wordt een periode afgesproken waarna de vorderingen zullen geëvalueerd worden.

Hoe lang de therapie zal duren, is op voorhand moeilijk exact in te schatten.  Het hangt af van de complexiteit van de problemen en van de inzet van de hulpzoeker.  Voor preventieve dadertherapie moet toch minimaal gerekend worden op een intensieve, wekelijkse therapie van één jaar.

Deelname aan groepstherapiesessie

Deelname aan groepstherapie kan een nuttige aanvulling zijn op individuele psychotherapie voor pedofielen. De interacties die plaatsvinden in de context van de groep kunnen veranderingen teweeg brengen in het afwijkende seksuele gedrag van elk groepslid . Een groot voordeel van groepstherapie is, dat het voor sociale steun voor pedofielen zorgt maar ook confrontatie met elkaars schaamte voor de voor de samenleving niet normale gevoelens die men beleeft. De sociale steun wordt opgebouwd door de interactie tussen pedofielen onderling en de gerichte vragen en confrontatie met de begeleider. Onderwerpen die moeilijk bespreekbaar lijken, zijn hier makkelijker bespreekbaar als anderen daar mee komen en niet worden afgekeurd. Er kan veel van elkaar geleerd worden, bijvoorbeeld hoe op een verantwoorde manier om te gaan met de “verleidingen” in bepaalde situaties. Niet iedere cliënt is gediend met groepstherapie. Als een cliënt van schuldinzicht getuigt en bereid is om een individueel traject af te leggen, moet men het niet verplicht maken. Bij andere problemen zoals alcoholmisbruik, drugsmisbruik, enz. blijken groepssessies goed effect op te leveren. Rond groepssessies bij pedofiel gedrag en pedoseksuele delicten is er weinig onderzoek gedaan. De meeste therapieën gebeuren individueel.

Medicatie/chemische castratie

Afgelopen jaren zijn er meerdere biomedische interventies beproefd. Dit waren castratie, neurochirurgische ingrepen en farmacotherapie. Vanaf de tweede wereld oorlog tot 1969 was castratie de meest gebruikte methode voor de behandeling van agressieve zedendeliquenten. In 1979 werd castratie voor de behandeling van gedetineerden verboden. Heim (1981) deed vervolg onderzoek bij 39 ex-gevangenen die zich vrijwillig hadden laten castreren gedurende hun gevangenschap. Opvallend was, dat verkrachters na de castratie seksueel actiever waren dan homofielen en pedofielen, hoewel dit gebaseerd is op vragenlijsten en die zijn niet altijd even betrouwbaar en valide. Toch raadt Heim, afgezien van het ethische aspect, castratie als behandelingsvorm af, aangezien het effect van castratie op de mannelijk seksualiteit te wisselvallig en onbetrouwbaar is. Neurochirurgische ingrepen zijn voor zover bekend zelden of nooit toegepast in België of  Nederland. Beide interventies zijn hedendaags vanwege ethische normen uit den boze. Hoewel hormonale en psychofarmacologische interventies niet onomstreden zijn, kennen ze internationaal een groeiende populariteit in de behandeling van parafilieën.

Bij de hormonale interventie gaat men ervan uit dat androgenen (hormonen) een voorwaarde zijn voor mannelijke seksuele functies. Onder een bepaalde bloedspiegel van androgenen treedt er een vermindering op van de mannelijke seksuele functie. Bij een tekort aan androgenen wordt dus verwacht, dat de algemene mannelijke seksuele verlangens lager zijn of wegblijven, dit hoeft niet specifiek voor pedofiele verlangens te gelden. Vermoedelijk ligt deze drempelwaarde 30-40% lager dan de normale bloedspiegelwaarde van androgenen. Het drempelidee van androgenen is gebaseerd op de assumptie dat je met anti-androgenen ofwel de productie van androgenen in de testis remt ofwel androgenen in hun biologisch effect hindert. De meest gebruikte hormonale middelen in de behandeling van parafilieën zijn MPA (Depo-Provera) en CPA (Androcur) en de nieuwere middelen LHRH-angonist en flutamide.

Psychofarmaca zijn medicijnen die psychologische functies en gedrag beïnvloeden via het centrale zenuwstelsel. Men veronderstelt dat er bij parafiele syndromen iets mis is met de centrale regulatie van de seksualiteit in de hersenen. De centrale dysregulatie heeft twee symptomen tot gevolg: een toename van onconventionele seksuele interesse en een toename in de frequentie van het seksuele verlangen/gedrag. Een algemeen erkende hypothese is dat het een cerebrale serotonine stoornis betreft alhoewel dit niet bewezen is volgens onderzoek.  De serotonine heropname blokkers (Serotin Reuptake Blockers) die onderzoekers gebruikten, bleken geen effect te hebben op de parafilieën, maar wel op de comorbide obsessieve -compulsieve stoornis (de onweerstaanbare drang om feiten te plegen hetzij kinderpornografisch, hetzij pedoseksuele handelingen) . De meest gebruikte psychofarmacologische middelen zijn de antidepressiva’s fluoxetine (Prozac), imipramine (Tofranil), clomipramine (Anafranil) en desipramine (Pertrofan), het anxiolyticum buspiron (Buspar) en een lithiumpreparaat genaamd lithium-carbonaat. (Bron : van der Linden, Pedofilie in je praktijk, Universiteit Amsterdam, 2003)

Chemische castratie wordt soms als voorwaarde gesteld worden om bij een van de gespecialiseerde centra in behandeling te kunnen gaan. Concreet houdt dit in dat de pedofiel een hormonenkuur moet volgen die zijn seksuele drang onderdrukt. Indien hij dit weigert, wat hij te allen tijde mag doen, kan hij niet behandeld worden en belandt hij in veel van de gevallen opnieuw in de gevangenis.

In de praktijk stemt de pedofiel hier wel vaak mee in. De Belgische Adviescommissie voor Bio-ethiek besliste in april 2007 dat er geen wettelijk bezwaar tegen chemische castratie bestaat.  Volgens de commissie is een hormonale behandeling om seksuele driften onder controle te houden toegelaten, indien aan strikte voorwaarden voldaan is.  Zo moet de maatregel deel uitmaken van een totaalbehandeling mèt psychologische en sociale opvolging.  Een endocrinoloog moet voorafgaand advies geven over de mogelijke gevolgen en neveneffecten voor de gezondheid.  En een psychiater draagt de eindverantwoordelijkheid.

De indicatie voor medicamenteuze behandeling wordt dus gesteld door de behandelende psychiater die bij hormonale medicatie het advies van een endocrinoloog inwint.  Daarenboven moet deze medicatietherapie passen in een ruim psychotherapeutisch aanbod.  Hulpzoekers bij wie de psychiater aan medicamenteuze opvolging denkt, hebben het recht om uitvoerig en volledig geïnformeerd te zijn van de effecten en bijwerkingen van  de medicijnen. Eventuele bijwerkingen zullen door de psychiater ook van nabij opgevolgd en bijgestuurd worden. 

Medicatie zal echter parafiel gedrag zoals pedofilie niet “genezen”.  Medicatie kan iemand ook niet definitief van zijn fantasieën of aandrang “verlossen”.  Medicijnen kunnen echter wel een bijdrage leveren om het therapeutische doel van seksuele impulscontrole te bereiken door seksuele impulsen te dempen.  Dit kan nodig zijn om in veiligheid een psychische ruimte te creëren waarin aan verandering kan gewerkt worden. Lees hier verder

Ambulante centra

Er zijn in Vlaanderen 14 gespecialiseerde instellingen waar pedoseksuelen kunnen behandeld worden. Onder meer het Universitair Forensisch Centrum (UFC) in het Universitair Ziekenhuis Antwerpen.

April 2012 waren er zo'n 117 mensen in behandeling in  het UFC. In tegenstelling tot het beeld dat veel mensen van pedofielen hebben - 'het zijn allemaal Marc Dutroux's' - zijn veel van hen hele gewone mannen. Ze staan vaak bekend als 'goede collega' of 'brave buur'. Zeker niet als 'pervert' die in het bos met een zakje snoep in de hand zijn slachtoffers staat uit te kiezen." Volgens medewerkster Elke Frans kunnen pedofielen geholpen worden, maar nooit 'genezen. Pedofilie kán gewoon niet genezen worden. Iemand die homoseksueel is, kan niet via een of andere therapie tot hetero gemaakt worden. Voor pedofielen geldt hetzelfde. Men kan hen enkel leren om hun seksuele neigingen onder controle te krijgen.

Dat is vaak heel moeilijk. Het is niet zo dat men hen een trucje aanleert voor wat ze moeten doen indien ze bij het zien van kinderen in een speeltuin een erectie krijgen. Er moet voorkomen worden dat ze naar een speeltuin gaan. En dat kan door er onder meer voor te zorgen dat ze een breder 'gedragsspectrum' krijgen, dat ze een goede job hebben, dat ze hobby's uitoefenen en dat ze in de mate van het mogelijke een normale seksuele relatie opbouwen met een volwassen partner. Op die manier wordt de neiging om toe te geven aan hun pedofiele drang minder groot.

Gesloten instellingen

Voor zware pedofielen als Marc V. is zo'n therapie wel onvoldoende. Daders met een groot risico op herval moeten behandeld worden in gesloten instellingen, niet in ambulante centra zoals hogergenoemde.  In residentiële centra (waarvan er in België drie zijn, onder meer in Sint-Niklaas) worden pedofielen dag en nacht begeleid. Naar gelang hun 'vorderingen', krijgen ze in stapjes hun vrijheid terug. Eerst mogen ze enkel samen met een begeleider de instelling verlaten. Daarna mogen ze dat individueel, maar moeten ze wel op een bepaald uur terug zijn. Tot ze tot slot in staat zijn om weer zelfstandig door het leven te gaan zonder aan hun pedofiele neigingen toe te geven.

De realiteit wijst uit dat zij die een behandeling doorlopen, die al gauw enkele jaren kan duren, de helft minder kans lopen om later nog pedofiele feiten te plegen.

Pedofielen die veroordeeld worden, krijgen soms de kans om na één derde of na twee derde van hun straf vrij te komen indien ze in behandeling gaan. Anderen krijgen een straf die ze niet daadwerkelijk moeten uitzitten, indien ze in plaats daarvan therapie gaan volgen. Maar een pedofiel kan niet gedwongen worden om in behandeling te gaan. Men ziet ook een stijging van het aantal pedofielen dat een volledige uitzitting van de straf verkiest boven een behandeling. Zij komen nadien weer gewoon in de maatschappij terecht, zonder enige vorm van begeleiding of opvolging.

De hele zware gevallen moeten worden opgevangen in residentiële centra. Maar daar zijn de plaatsen beperkt. Vaak komen de pedofielen dan weer in de gevangenis terecht, waar ze meestal geen therapie krijgen. Met andere woorden: de ergste gevallen kunnen nergens terecht en het zijn zij die het meeste schade aanrichten.

Bereidheid tot behandeling

Weinig pedofielen gaan vrijwillig in behandeling. Zeventig procent van de mensen in UFC zijn gestuurd door justitie. Twintig procent komt op advies van een dokter of psychiater. En tien procent komt 'vrijwillig'. Het gaat dan om mannen die bij zichzelf een pedofiele neiging voelen, of die bijvoorbeeld van hun vrouw verplicht op therapie moeten nadat zij pedofiele bestanden op de computer heeft aangetroffen.

Preventie naar kinderen

Als het gaat om pedofilie, mag men uiteraard niet de slachtoffers viseren. Zij kunnen er niets aan doen dat er volwassenen zijn die kinderen seksueel misbruiken. Eigenlijk zouden we deze tips dus ook niet moeten  geven. Maar het bestaat nu eenmaal helaas. Vandaar dat het toch belangrijk is dat ouders en leerkrachten kinderen leren om alert te zijn voor ongewenste aanrakingen, of het maken van foto's van hun intieme delen, enz. De meeste mensen willen niet te lang stilstaan bij het onderwerp kindermisbruik. Alleen al de gedachte eraan maakt ouders van streek! Helaas is het in deze wereld een angstaanjagende, afschuwelijke realiteit, en het kan een verwoestende uitwerking hebben op kinderen. Op zijn minst hebben ouders iets wat het kind niet heeft: eigenschappen waarover uw kind jaren zal doen om ze te krijgen. Door de jaren heen hebben ouders heel wat kennis, ervaring en wijsheid opgedaan. Het is belangrijk deze sterke punten te gebruiken om kinderen te beschermen. Drie dingen zijn van belang 1) wees zelf een bescherming, 2) geef de voorlichting die het kind nodig heeft en 3) maak het kind weerbaar.

Het hebben van een vertrouwensband met je kinderen is natuurlijk altijd belangrijk. Pedofielen kunnen vaak hun gang blijven gaan, doordat een kind er niets over durft te zeggen tegen de ouders. Het kind is gewaarschuwd door de pedofiel dat er niet over gesproken mag worden en/of schaamt zich voor wat er gebeurd is. Door de vertrouwensband kan een kind beslissen om er toch over te praten, omdat het kind weet dat het altijd bij de ouders terecht kan. Een jongen of meisje dat seksueel misbruikt is door een pedofiel/pedoseksueel zou dit altijd tegen een volwassene moeten kunnen zeggen, dit kan bijvoorbeeld een vader, moeder, familielid, kennis, kindertelefoon of de politie zijn. Jammer genoeg gebeurt dit meestal niet, omdat het de kinderen ingeprent is, soms met chantage, het vooral niet door te vertellen.

Ook je kinderen moeten voorlichting krijgen.  Sommige ouders willen hun kinderen niet bang maken met verhalen over kinderlokkers en pedofielen. Toch zijn kinderen beter op hun hoede wanneer ze iets weten over deze verschijnselen. Het gebeurt nou eenmaal in onze samenleving en dan kunnen we onze kinderen er maar beter bewust van maken, als dat helpt om ze te beschermen. Je hoeft bij het voorlichten niet in detail te treden door het bijvoorbeeld over verkrachtingen te hebben, maar je kunt wel met ze afspreken ze bijvoorbeeld nooit met vreemden mee mogen gaan.

Pedofilen zijn erg actief op computers en op het internet. Sta daar bij stil, wanneer je beslist dat kinderen gebruik mogen maken van internet. Zodra kind internet gebruiken, moet je een oogje in het zeil houden. Ook welke foto's ze plaatsen en in welke poses is van belang.

Leer kinderen omgaan met anderen mensen. Er zitten grote verschillen in de kus-en-knuffel-baarheid van kinderen. Binnen ieder gezin is dat al anders en iedere persoon en dus ook kind voelt zich daar ook weer anders bij. Het kan leuk en prettig zijn als je kind heel makkelijk is bij anderen en dus ook veel knuffelt met mensen buiten je familie. In principe hoeft daar niets mis mee te zijn, maar pedofielen kunnen daar misbruik van maken. Je zou daarom voor jezelf een grens kunnen bepalen, zodat je kind niet zomaar iedereen een kus geeft.

De meeste mensen zijn aardige en sympathieke mensen maar je hoort vaak van mensen van wie je dat nooit had verwacht.  Niemand kan zich voorstellen dat de dader een pedofiel is, want hij was altijd zo aardig en leuk met de kinderen en de ouders. Een pedofiel gaat berekend te werk. Hij/zij bouwt eerst vertrouwen op in zijn omgeving zodat niemand de pedofiel verdenkt. Vervolgens kan deze persoon zijn gang gaan, zonder dat iemand ook maar iets vermoed. De kans is zo kleiner dat hij betrapt wordt.

Ouders moeten hun kinderen daarom leren omgaan met seksueel grensoverschrijdend gedrag. Ouders kunnen kinderen bijvoorbeeld de onderbroekregel aan te leren: anderen mogen hun kind niet aanraken op plaatsen die met ondergoed zijn bedekt. Dat is de kern van een campagne tegen kindermisbruik, opgezet door de Raad van Europa.  De Raad van Europa wil kindermisbruik harder aanpakken. Een campagne met als centrale slogan 'leer uw kind de ondergoedregel' moet daartoe helpen. Kinderen moeten leren dat anderen zich niet mogen aanraken op plekken die normaal bedekt zijn. Daartoe bevat de campagne ook een film en een boekje rond een figuurtje Kiko die 'nee' zegt als iemand haar wil aanraken onder de slip.

"Ouders, opvoeder en anderen moeten over dit probleem blijven praten. 1 op 5 kinderen krijgt ooit met seksueel misbruik te maken, zo toont onderzoek aan. Zowel incest, misbruik, prostitutie of het vertonen van porno aan kinderen om ze te laten wennen aan bepaalde handelingen, hoort daarbij. Vrijwel altijd is er een vertrouwde persoon bij betrokken, waardoor beslist niet altijd aangifte wordt gedaan.  (HLN, 17/12/2010)

Zelfhulpprogramma

Zelfhulpmodule : https://stoppen-is-mogelijk.eu/

Vul eerst de vragenlijsten in om zelfbewustzijn te creëren. https://stoppen-is-mogelijk.eu/zelfbewustzijn/introductie/

Start met module 1, enz. https://stoppen-is-mogelijk.eu/zelfhulp/introductie/

Kinderporno : https://stopitnow.be/

Bronnen

http://www.uza.be

http://www.iter-hulp.be

http://mens-en-samenleving.infonu.nl/pedagogiek/37976-bescherm-je-kinderen-tegen-pedofielen.html

Meer informatie

Hieronder vindt u links naar websites/extra literatuurinfo/video's met meer info over de beschreven thematiek. Onze excuses mochten bepaalde links niet meer werken of indien de aangeboden info niet meer juist is.  De webmaster van deze website is niet verantwoordelijk voor de inhoud die op de doorgelinkte pagina's wordt aangeboden. Wenst u correcties mee te delen kan dat via het contactformulier met duidelijke opgave van de suggestie.

Websites

Divers

https://stoppen-is-mogelijk.eu/
www.stopitnow.be
www.stopchildporno.be
www.childfocus.be

www.clicksafe.be
www.safeonweb.be

Literatuur

http://www.maguza.be/

Therapie maar geen genezing voor pedofilie. Lees hier verder

Verslag studiebijeenkomst Pedofilie – aandoening of geaardheid? Herkennen, signaleren, hulpverlening en samenwerking. Lees hier verder

Gerapporteerde problemen van slachtoffers van seksueel misbruik in de kindertijd.
    Cahier 2012-6_Samenvatting  pdf-document
    Cahier 2012-6_Volledige tekst  pdf-document
    Cahier 2012-6_Summary pdf-document
Pedofiele jongeren : een onderzoek naar ervaringen van pedofiele jongeren bij het zoeken naar informatie en hulp. Scriptie Jacobson David Hogeschool Amsterdam. Lees hier de tekst.

Pedofilie in je praktijk: Wat zijn de mogelijkheden? D.P. van der Linden  Universiteit van Amsterdam. Lees hier verder

Hechting in de volwassenheid bij pedoseksuelen van het perverte type. Tamara Brion UGent  Lees hier verder

Video

Andere Tijden: Ruimte voor de pedofiel | NTR, VPRO, 19 mrt 2011  Dertig jaar geleden dacht Nederland heel anders over pedofilie dan nu. Misschien waren kinderen helemaal niet zo slecht af wanneer ze vriendschap sloten met een pedofiel. Er was zelfs een wetsvoorstel in de maak om alle porno, inclusief kinderporno, vrij te geven. Zo ver is het nooit gekomen.
"Pedofilie is een gevoel, een verlangen dat je eigenlijk niet kunt stillen. Vergelijkbaar met de pastoor met een mooie huishoudster. Daar mag hij niks mee. Je moet dus eigenlijk celibatair leven. Maar bij de pastoor mag je aannemen dat hij vrijwillig gekozen heeft. In het geval van pedofiele gevoelens: daar kies je niet voor; die komen op, die heb je. Daar moet je dus mee kunnen leven, zonder permanent gestrest rond te lopen."

Aan het woord is Frans. Hij is pedofiel en hij vertelt over de jaren '70 en begin jaren '80 toen er in de samenleving anders aan werd gekeken tegen pedofilie dan vandaag. "Ik werkte op de universiteit en ik had vaak foto's van kinderen rond mijn bureau hangen: er was niemand die daar aanstoot aan nam." Niet alles was toegestaan en niet iedereen dacht er hetzelfde over, maar de toon was mild. Dat was het gevolg van de seksuele revolutie in de jaren '60. Die veranderde de kijk op seksualiteit en de opkomst van de Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming (NVSH) zorgde ook voor verandering in denken over seks. Tegen de achtergrond van deze seksuele bevrijding lieten steeds meer groepen van zich horen. Veel progressief denkende mensen vonden dat alles moest kunnen.

Bekijk hier de uitzending

Jacht op de pedofiel Brandpunt: Jacht op de pedofiel | KRO, 1 mei 2011
Aart Zeeman spreekt met twee pedoseksuelen en met deskundigen over de noodzaak om pedofilie serieus aan te pakken. Niet door daders uit te sluiten, maar door ze te behandelen, om problemen in de toekomst te voorkomen.
Het klimaat rond veroordeelde pedoseksuelen is de afgelopen jaren extreem verhard. Oppakken, opsluiten en nooit meer vrijlaten. Dat is wat het grote publiek wil. Een begrijpelijke reactie, want van kinderen blijf je af. Maar lost die klopjacht echt iets op? Zorgt het voor minder incidenten? De cijfers wijzen anders uit.

Bekijk hier de uitzending

Weg met pedofielen? Hollandse Zaken: Weg met pedofielen? | MAX, 23 jul 2011
Justitie en de Tweede Kamer bekijken of de pedofielen-vereniging Martijn kan worden verboden. Op zijn beurt heeft bestuurslid Uittenbogaard van Martijn premier Rutte om bescherming gevraagd. Zijn huis en hijzelf worden belaagd door woedende pedo-haters.
In Hollandse Zaken de steeds weer terugkerende strijd tegen pedoseksuelen en pedofilie. Die strijd is een nieuwe fase ingegaan.
Een gesprek met de Eindhovense veroordeelde pedoseksueel Sytze van der V. En een discussie met onder anderen Henk Bres, die 60.000 handtekeningen verzamelde voor een verbod op de pedofielenvereniging, en oud-predikant Hans Visser die het opneemt voor pedofielen. Presentatie: Cees Grimbergen

Bekijk hier de uitzending

Film Are All Men Pedophiles? 2012 Regie: Jan-Willem Breure    De documentaire ‘Are All Men Pedophiles?’ zoekt uit waar de grens ligt tussen het als man aangetrokken worden door tienermeiden en een pedofiele seksuele voorkeur. Wanneer ben je een pedofiel? Wat is pedofilie precies? Verschillende facetten van pedofilie worden in historisch, cultureel, juridisch, psychisch en neurobiologisch perspectief belicht. De weten-schappelijke benadering wordt gekleurd door de persoonlijke ervaringen van zowel mensen met pedofiele gevoelens als mensen die in hun jeugd te maken hebben gehad met seksuele toenadering door pedofielen. Lees meer op IMDB.

Zoek hulpverlener

Klik hieronder op de seksuologische problematiek om alle seksuologen/seksuologische hulpverleners te vinden die rond deze thematiek werken. Vindt u niets bij deze term, dan is in deze database (nog) geen hulpverlener aanwezig die specifiek rond deze problematiek werkt.

Wenst u een hulpverlener in uw nabijheid te vinden, kies dan 'zoeken op specialisatie problematiek' en kies 'kaart' of 'lijst' uit het menu aan de rechterkant.


logo creative commonsDisclaimer en copyrights klik hier  © De copyrights van de hier weergegeven tekst rusten bij de oorspronkelijke auteur(s). Geen overname tenzij met toestemming van de oorspronkelijke auteur(s). De informatie/foto's werden soms (letterlijk) ontleend aan andere internet/literatuurbronnen of zijn aangepast naar andere internet/literatuurbronnen. Onderaan de informatie vindt u telkens zoveel mogelijk de originele bronnen voorzover ons bekend. Er is geen enkel commercieel, doch louter een informatief en educatief opzet. De seksuologische hulpverleners op deze site zijn hier gratis geplaatst en betalen hiervoor geen vergoeding. Enkel professioneel afgestudeerde seksuologen en seksuologische hulpverleners kunnen opgenomen worden in de databank.  Inden er auteursrechterlijke schendingen zijn, zijn die onvrijwillig door onbekendheid/onwetendheid en niet met opzet gebeurd. Mocht u het ongepast vinden dat uw eigen informatie/foto's op deze website worden vermeld of is er geen correcte bronvermelding naar uw informatie, contacteer dan gerardgielen@telenet.be  met opgave van de betrokken schending van copyrights. De info zal dan zo snel mogelijk aangepast en/of verwijderd worden.

Kennis is er om te delen, niet om te bezitten.