Het opzet van deze ethische en deontologische code is het omschrijven van algemene principes en het vastleggen van normen voor seksuologische hulpverleners in hun werk alsook het informeren en beschermen van personen die van hun diensten gebruik maken. Naast het onderschrijven van deze ethische en deontologische code van de seksuologische hulpverlener bevestigen de onderschrijvers zich ook te houden aan de ethische en deontologische codes van andere beroepsverenigingen waarbij ze aangesloten zijn.
De seksuologische hulpverlener heeft de plicht om zijn cliënten en hulpvragers in welke situatie ook over de ethische en deontologische code van de seksuologische hulpverlener te informeren. Hij dient aan te geven hoe men deze richtlijnen kan raadplegen op de website en welke procedures er vermeld worden indien men klachten heeft ten aanzien van de seksuologisch hulpverlener wiens diensten op deze website vermeld worden.
Art 1. De verantwoordelijkheid en bekwaamheid van de seksuologisch hulpverlener: algemeen
1.1 De seksuologisch hulpverlener is verantwoordelijk voor de praktische toepassing van al de in deze ethische en deontologisch code opgenomen principes.
1.2 De seksuologisch hulpverlener erkent de nodige professionele scholing en opleiding gevolgd te hebben en de nodige professionele expertise en deskundigheid te bezitten rond seksuologische problematieken, via scholing hetzij op universitair hetzij op bachelorniveau in officieel erkende opleidingsinstituten in Vlaanderen (België) of Nederland en bevestigt over de nodige diploma's en/of getuigschriften te bezitten om deze scholing en expertise te bewijzen. In de uitoefening van zijn beroep zal de seksuologisch hulpverlener zijn professionele deskundigheid op peil houden en verder ontwikkelen.
1.3 De seksuologisch hulpverlener zal steeds vanuit een professionele instelling handelen in het belang van de cliënt. De seksuologisch hulpverlener is ten alle tijden en in al zijn contacten met cliënten verantwoordelijk voor het nastreven van de hoogste normen inzake de hulpverlening. De seksuologisch hulpverlener respecteert steeds de autonomie en het ultieme zelfbeschikkingsrecht van de cliënt en de betrokken derden. Daarom is het niet gepast dat de seksuologisch hulpverlener de cliënt bepaalde normen, waarden of idealen opdringt. De seksuologisch hulpverlener zal geen acties goedkeuren of aanmoedigen die voor de cliënt, derden of de samenleving nadelig of schadelijk zijn.
1.4 Het is de verantwoordelijkheid van elke seksuologisch hulpverlener om volgens de stand van de wetenschap (dwz. kennisgestuurd en op basis van actuele kennis) te handelen. De taak van de seksuologisch hulpverlener is het aanwenden van zijn professionele vaardigheden om de bij de cliënt aanwezige mogelijkheden voor het oplossen van seksuele, huwelijks- en relationele problemen te vergroten. Voorts zal de seksuologisch hulpverlener de cliënt tot verantwoorde persoonlijke keuzes en beslissingen in staat stellen.
1.5 Het is de verantwoordelijkheid van de seksuologisch hulpverlener om zijn of haar beperkingen te erkennen en te voorzien in alternatieven van hulpverlening waarnaar doorverwezen kan worden. De seksuologisch hulpverlener is verantwoordelijk voor het naar de client toe expliciteren van de gepaste grenzen van de therapeutische relatie. De seksuologisch hulpverlener zal deze grenzen tijdens en na de therapie handhaven.
1.6 De seksuologisch hulpverlener is zich van zijn eigen vooroordelen bewust en zal discriminatie - bijvoorbeeld op basis van ras, gender, leeftijd, seksuele oriëntatie, handicap – of welke vorm van uitbuiting vermijden.
1.7 De seksuologisch hulpverlener zal cliënten voor het aanvatten van de therapie de regeling met betrekking tot honoraria, wijze van betaling en de aansprakelijkheid (onder bepaalde omstandigheden) voor het afmelden van afspraken toelichten. De financiële overeenkomst zal duidelijk te zijn. Het geven van voordelen of substantiële giften door cliënt of seksuologisch hulpverlener zal vermeden worden.
1.8 De seksuologisch hulpverlener is verzekerd tegen elke wettelijke claim van een cliënt door in een eigen professionele verzekering te voorzien of door een verzekering van de werkgever.
1.9 De seksuologisch hulpverlener zal waar nodig de cliënten aanmoedigen tot het raadplegen van medische en juridische expertise.
1.10 Indien de therapeutische relatie onhoudbaar wordt, om welke reden ook, zal de seksuologisch hulpverlener de doorverwijzing voorbereiden en adequaat doorverwijzen naar meer deskundige hulpverleners aangaande de vastgestelde of gesignaleerde problematiek.
1.11 Indien de activiteiten van de cliënten mogelijks in hun nadeel zijn of schadelijk voor henzelf of derden, zal de therapeut zijn verantwoordelijkheid jegens anderen alsook jegens de cliënt zelf, opnemen.
1.12 Het hoort tot de verantwoordelijkheid van de seksuologisch hulpverlener alle gegevens, in welke vorm ook, te beveiligen zodat de toegang tot deze gegevens enkel voor bevoegden beschikbaar is. Overeenkomstig de wet tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer (08.12.1992), behoudt de cliënt of de proefpersoon het toegangsrecht tot de registraties van de hem betreffende gegevens, doch enkel van deze gegevens. Hij behoudt tevens het recht om deze gegevens te doen vernietigen.
1.13 Vrijheid van deelname: de seksuologisch hulpverlener doet niemand tegen zijn wil aan een onderzoek, begeleiding of behandeling deelnemen.
1.14 Informatie : wanneer de hulpvrager vragen heeft in verband met het verloop of de resultaten van zijn onderzoek, begeleiding of behandeling, dan geeft de seksuologisch hulpverlener die informatie op een begrijpelijke en waarheidsgetrouwe manier.
Art 2. De competentie van de seksuologisch hulpverlener
2.1 De seksuologisch hulpverlener zal zich engageren in een aanhoudende professionele ontplooiing en zal in zijn of haar klinisch werk toegang hebben tot de expertise van collega's en supervisors.
2.2 De seksuologisch hulpverlener zal toegang hebben tot het consulteren van bronnen met betrekking tot de huidige wetgeving daar deze regulerend kan zijn voor zijn of haar handelen.
2.3 De seksuologisch hulpverlener heeft de plicht zijn of haar (fysieke) geschiktheid tot handelen te verzekeren, de professionele normen te handhaven en van de nieuwe ontwikkelingen op het gebied van de seksuologie en seksuologische hulpverlening op de hoogte te blijven.
Art 3. Het welzijn van de cliënten
3.1 De seksuologisch hulpverlener mag de zorgrelatie niet financieel, seksueel, emotioneel of op een andere wijze misbruiken.
3.2 Cliënten zullen in gepaste omstandigheden ontvangen worden zodat privacy verzekerd is en men vrij van onderbrekingen kan handelen.
3.3 De seksuologisch hulpverlener zal bereid zijn de cliënt te voorzien van informatie betreffende zijn bekwaamheid, opleiding, behandelmethoden en regelingen voor supervisie.
3.4 Als het gebruik van expliciet seksueel materiaal gepast geacht wordt, zal dit met de cliënten besproken worden. De aard van het materiaal en de reden voor het gebruik wordt aan de cliënt duidelijk gemaakt zodat deze hiervoor de expliciete toestemming voor het gebruik ervan kan geven.
3.5 Binnen de context van seksuele-, gezins- en relatietherapie is het niet gepast intieme onderwerpen betreffende een koppel in het bijzijn van hun kinderen te bespreken, van welke leeftijd deze ook zijn.
3.6.De seksuologische hulpverlener zal alle hulpverlening, begeleiding of seksuologische hulpverlening van welke aard ook onmiddellijk stop zetten indien de cliënt aangeeft dat zijn/haar lichamelijke of psychische integriteit wordt overschreden. Alleen indien de seksuologische hulpverlener kan aantonen dat hij financiële of emotionele schade ondervindt door het stopzetten van de hulpverlening kan in onderling overleg een billijke vergoeding voor het stopzetten afgesproken worden. In geen enkel geval moet de cliënt betalen voor hulpverleningssessies of welke vormen van begeleiding ook die niet kunnen plaatsvinden omdat de cliënt aangegeven heeft de hulpverlening te willen stopzetten omwille van het overschrijden van de eigen lichamelijke of psychische integriteit. Ook omgekeerd kan de seksuologische hulpverlener de hulpverlening onmiddellijk en zonder enige vergoeding stop zetten indien de hulpverlener zelf oordeelt dat zijn of haar persoonlijke lichamelijke of psychische integriteit binnen de therapeutische hulpverleningssituatie of daarbuiten wordt overschreven van de kant van de cliënt.
Art 4. Anti-discriminatie
4.1 Alle professionele activiteiten van de seksuologisch hulpverlener - therapie, counseling, supervisie, onderzoek of vorming - zullen niet-discriminerend te zijn.
4.2 De seksuologisch hulpverlener erkent zijn eigen vooroordelen en stereotyperingen alsook de wijze waarop deze de zorgrelatie kunnen beïnvloeden.
4.3 De seksuologisch hulpverlener zal steeds met respect voor de waarden en waardigheid van de cliënt handelen, in het bijzonder met betrekking tot thema's als religie, status, ras, gender, leeftijd, seksuele oriëntatie en handicap.
4.4 Veronderstellingen en vooroordelen kunnen zich veruitwendigen door het taalgebruik van de seksuologisch hulpverlener en de interventies die hij aanbiedt. Daarom zal de seksuologisch hulpverlener zijn taalgebruik en interventies bewaken.
Art 5. Vertrouwelijkheid
5.1 Het uitwisselen van informatie tussen de seksuologisch hulpverlener en de cliënt is vertrouwelijk. De seksuologisch hulpverlener heeft de plicht om de persoonlijke, wettelijke en praktische grenzen van de vertrouwelijkheid te verduidelijken zodat deze grenzen met de cliënt besproken kunnen worden.
5.2 Artikel 458 van het Strafwetboek luidt als volgt: "Geneesheren, heelkundigen, officieren van gezondheid, apothekers, vroedvrouwen en alle andere personen die uit hoofde van hun staat of beroep kennis dragen van geheimen die hun toevertrouwd zijn, en deze bekendmaken buiten het geval dat zij geroepen worden om in rechte getuigenis af te leggen en buiten het geval dat de wet hen verplicht die geheimen bekend te maken, worden gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en met geldboete van honderd frank tot vijfhonderd frank". De verplichting tot vertrouwelijkheid blijft ook na het einde van de zorgrelatie bestaan.
5.3 In bijzondere omstandigheden van mogelijk gevaar voor het leven of de veiligheid van een individu, is het de seksuologisch hulpverlener toegestaan om, buiten het medeweten van de cliënt om, andere professionelen over de situatie te consulteren. Verwacht wordt dat de identiteit van de cliënt beschermd blijft. Indien het gevaar duidelijk en dreigend is, dan is de onthulling ervan jegens familieleden, andere hulpverleners en de openbare autoriteiten aan te bevelen.
5.4 Wanneer seksuele-, gezins- of relatietherapie, supervisie en vorming in groep aangeboden worden, zal de seksuologisch hulpverlener er rekening mee houden dat dit de vertrouwelijkheid kan bemoeilijken. De seksuologisch hulpverlener zal dit met de mogelijke deelnemers bespreken.
5.5 Het onthullen van informatie waarvan de cliënt gevraagd heeft deze niet aan de partner te onthullen kan niet zonder de toestemming van de partner die de vertrouwelijke informatie heeft meegedeeld.
5.6 Als slechts één partner van een cliëntenkoppel toestemt in het vrijgeven van informatie, dan kan de seksuologisch hulpverlener slechts die informatie vrijgeven die betrekking heeft op de toestemmende partner. De seksuologisch hulpverlener zal de identiteit alsook de informatie van de niet-toestemmende partner beschermen en vertrouwelijk houden.
Art 6. Het fysisch contact met cliënten
6.1 Lichamelijk onderzoek om organische aandoeningen uit te sluiten kunnen enkel uitgevoerd worden door bij de Belgische Wet erkende geneesheren.
6.2 Therapeutische handelingen die lichamelijk contact vereisen, mogen enkel uitgevoerd worden door daarvoor speciaal opgeleide en bevoegde therapeuten waarbij lichamelijke handelingen expliciet in hun professionaliteit ingeschreven staan. De cliënt dient zich zelf te vergewissen of de voorgestelde therapeutische lichamelijke handelingen geoorloofd zijn binnen de eigen beroepscode van de hulpverlener en zal meteen aangeven indien hij/zij aangeeft niet aan deze lichamelijke therapeutische sessie te willen deelnemen waarna de seksuologisch hulpverlener hier ogenblikkelijk mee stopt, indien ze reeds begonnen waren.
6.3 Indien lichamelijk contact tijdens het verloop van de seksuologische hulpverlening nodig is, zal het doel en de aard ervan duidelijk vooraf aan de cliënt worden meegedeeld zodat de cliënt hiervan een bewuste overweging kan maken nog voor de handelingen plaatsvinden. Expliciete toestemming van de cliënt is noodzakelijk. De cliënt heeft het recht ten allen tijde elke lichamelijke behandeling stop te zetten en/of de hulpverlening ogenblikkelijk te onderbreken indien zijn/haar persoonlijke grenzen, welke deze ook zijn, overschreden worden. Intieme seksuele massages en aanrakingen aan seksueel verbonden lichaamsdelen zijn nooit geoorloofd in seksuologische hulpverlening door professionele seksuologische hulpverleners, zelfs niet met instemming van de cliënt.
6.4 Het is voor een seksuologisch hulpverlener omwille van de bijzondere aard van een therapeutische hulpverleningsrelatie onaanvaardbaar om met een cliënt(e) een seksuele of liefdesrelatie te hebben. Ook indien er geen therapeutische relatie meer bestaat is een seksuele of liefdesrelatie met een cliënt(e) onaanvaardbaar.
Art 7. Supervisie
7.1. Supervisoren en gesuperviseerden zullen handelen in overeenstemming met de richtlijnen van de opleiding of organisatie van waaruit de supervisie georganiseerd wordt.
7.2. Supervisie kan enkel aangeboden worden wanneer er een duidelijk overeengekomen contract voorhanden is, welke de volgende aspecten omvat:
a. De grenzen van vertrouwelijkheid, zowel ten aanzien van cliënten als gesuperviseerde, dienen duidelijk te zijn en gerespecteerd te worden. Omstandigheden waarbij de supervisor mogelijks de vertrouwelijkheid kan schenden, dienen besproken te worden.
b. De bedoeling van de aangeboden supervisie dient duidelijk te zijn, bv. voor een specifieke opleiding of voor consultatieve doeleinden.
c. Alvorens de supervisie aanvangt, dient de kwestie van wie de klinische verantwoordelijkheid voor de cliënten draagt, uitgeklaard te zijn, inclusief de mogelijke betrokkenheid van de huisarts, de verwijzer en/of de hulpverleningsdienst.
d. De supervisor en gesuperviseerde dienen duidelijk op de hoogte te zijn van de ethische en deontologische code van seksuologische hulpverleners.
e. Indien van de supervisor wordt verwacht om in verslagen te voorzien, dient er voorafgaand helderheid te zijn omtrent de aard, de bedoeling en de bestemmming van zulke verslagen.
7.3. Alvorens een 'live'-supervisiesessie op te nemen, waarbij voor de observatie van cliënten éénrichtingsspiegels of andere hulpmiddelen worden gebruikt,zal de bedoeling van deze procedure duidelijk zijn opdat de cliënten een geïnformeerde toestemming kunnen geven.
7.4. Indien er voor supervisiedoeleinden audio- of video-opnames worden gemaakt, zal de bedoeling van het gebruik van zulke opnames duidelijk zijn opdat de cliënten geïnformeerd toestemming tot opname kunnen geven. De toestemming zal schriftelijk worden gegeven en de cliënten zullen steeds over de mogelijkheid beschikken om de opnames van zichzelf te bekijken en elk aanzoek tot gedeeltelijke of volledige verwijdering zal worden ingewilligd, tenzij de opnames voor wettelijke doeleinden dienen te worden bijgehouden.
7.5. Tijdens de supervisie van seksuele, huwelijks- en relatietherapie mag informatie van persoonlijke aard door supervisoren of gesuperviseerden blootgelegd worden. Supervisoren en gesuperviseerden dienen zich er echter van te vergewissen dat de grenzen van vertrouwelijkheid (zie 7.2a) gerespecteerd worden.
7.6. Supervisoren zijn verantwoordelijk voor het stellen en behouden van grenzen tussen de supervisierelatie en andere professionele relaties, bv. opleiding, management.
7.7. Een supervisor wordt niet geacht met eenzelfde gesuperviseerde over eenzelfde tijdsperiode een supervisierelatie en een therapeutische of hulpverleningsrelatie te hebben.
7.8. Supervisoren en gesuperviseerden worden geacht elkaar niet financieel, seksueel, emotioneel of op een andere wijze uit te buiten. Het is onethisch voor supervisoren om zich seksueel te engageren met hun gesuperviseerden.
7.9. Supervisoren en gesuperviseerden dienen te streven naar een niet-discriminerend handelen.
Art. 8. Opleiding
8.1 Opleiding wordt verondersteld enkel te worden aangeboden wanneer er tussen student, opleider en opleidingscentrum een duidelijk overeengekomen contract voorhanden is, welke volgende aspecten omvat:
a. De grenzen zowel ten aanzien van cliënten als student moeten uitgeklaard zijn en gerespecteerd worden. Omstandighden waaronder de opleider de vertrouwelijkheid mogelijks kan schenden, zullen vooraf besproken worden.
b. De doeleinden, objectieven en verwachte resultaten van elke opleiding zullen duidelijk te zijn.
c. De kwestie van wie de klinische verantwoordelijkheid houdt over elk cliëntgericht werk in de opleiding, zal vooraf uitgeklaard zijn alvorens zulk werk aan te vatten, inclusief de mogelijke betrokkenheid van de huisarts, de verwijzer en/of de hulpverleningsdienst.
d. Opleidingscentra, opleiders en studenten dienen duidelijk op de hoogte te zijn van de ethische en deontologische code van seksuologische hulpverleners en deze volledig te onderschrijven.
e. Als van de opleider wordt verwacht om te voorzien in verslagen en evaluaties, zal er op voorhand helderheid zijn omtrent de aard, de bedoeling en de bestemming van zulke verslagen en evaluaties.
8.2.Wanneer er tijdens opleidingssessies cliënten worden ontvangen, zullen zij geïnformeerd worden over de aard van de status van de student en over het feit dat supervisie is voorzien. Wanneer cliënten bezwaar hebben om door studenten te worden ontvangen, zullen er alternatieve regelingen gemaakt worden.
8.3.Alvorens enige 'live'-opleidingssessie op te nemen waarbij er voor de observatie van cliënten éénrichtingsspiegels of andere hulpmiddelen worden gebruikt, zal de bedoeling van de procedure duidelijk zijn opdat de cliënten geïnformeerd toestemming kunnen geven.
8.4.Indien er voor opleidingsdoeleinden audio- of video- opnames van klinische sessies gemaakt dienen te worden, moet de bedoeling van het gebruik van zulke opnames duidelijk zijn opdat cliënten geïnformeerd toestemming tot opname kunnen geven. De toestemming dient op de videoband te worden opgenomen alsook schriftelijk genoteerd en de cliënten moeten de mogelijkheid hebben om de opnames van zichzelf te bekijken en elk aanzoek tot gedeeltelijke of volledige verwijdering dient te worden ingewilligd, tenzij de opnames voor wettelijke doeleinden dienen te worden bijgehouden
8.5.Tijdens een opleiding voor seksuele, huwelijks- en relatietherapie mag informatie van persoonlijke aard door opleiders en studenten onthuld worden. Opleiders en studenten dienen echter te verzekeren dat gepaste grenzen van vertrouwelijkheid (zie 8.1a) ten aanzien van zulke informatie worden gerespecteerd.
8.6.Opleiders zijn verantwoordelijk voor het stellen en behouden van grenzen tussen de opleidingsrelaties en andere professionele relaties, bv. supervisie, management.
8.7.Een opleider wordt niet geacht met eenzelfde student over eenzelfde tijdsperiode, een opleidingsrelatie en een therapie of hulpverleningsrelatie te hebben.
8.8.Opleiders en studenten worden geacht elkaar niet financieel, seksueel, emotioneel of op een wijze uit te buiten. Het is onethisch voor opleiders om zich seksueel te engageren met hun studenten.
Art. 9. Onderzoek
9.1 Onderzoek mag door seksuologische hulpverleners enkel verricht worden indien het bijdraagt tot kennisverruiming en kennisverspreiding inzake seksuologische thematieken en geenszins commerciële of publicitaire doeleinden vooropstellen. Samenwerking met farmaceutische of andere commerciële organisaties mag de onafhankelijkheid, neutraliteit en professionaliteit van de seksuologische onderzoeker en hulpverlener nooit in gedrang brengen. Vermelding van financiële ondersteuners van het onderzoek kan enkel om informatieve redenen en nooit om publicitaire redenen.
9.2.Ten allen tijde moeten de protocollen in verband met het onderzoeken van menselijke subjecten voorgelegd kunnen worden aan een geïnstitueerde herzieningscommissie of aan een vereniging voor de evaluatie van ethische aangelegenheden.
9.4 Onderzoekssubjecten zullen geïnformeerd worden over de aard van de studie in de welke zij worden aangezocht mee te werken en hiervoor altijd schriftelijke toestemming verlenen en dienen doorverwezen te worden indien zij niet wensen mee te werken.
9.5.Onderzoeksgegevens die bekend geraken door medewerking van cliënten van seksuologische hulpverleners zullen altijd geanonimiseerd verwerkt en bekend gemaakt worden waarbij de privacy van de cliënten ten allen tijde beschermd moet worden.
9.6 Elk onderzoek met cliënten dient zich te houden aan de verklaring van de Wereldraad voor Geneeskunde te Helsinki 1964, door de Raad aangepast in 1999. Deze verklaring voorziet richtlijnen en basisprincipes voor het onderzoek bij personen die professionele zorg ontvangen. De richtlijnen en basisprincipes rond het combineren van onderzoek van menselijke zoals uitgewerkt in dit manifest dienen te worden gerespecteerd.
Art. 10. Publiciteit, loyaliteit en juridische aansprakelijkheid
10.1 Seksuologische hulpverleners mogen adverteren zolang de verklaringen beschrijvend en niet beoordelend zijn. De informatie zal gelimiteerd worden tot de naam, relevante kwalificaties en registratie, adres, telefoonnummer, uurregeling en een lijst van diensten en omstandigheden van verwijzing. Enkel seksuologische hulpverleners dewelke door deze website erkend zijn mogen de vermelding van lidmaatschap van deze website/organisatie van seksuologische hulpverlener gebruiken in hun publicaties.
10.2 Een seksuologisch hulpverlener wordt geacht geen ongunstige commentaar aan cliënten te geven met betrekking tot de (klinische praktijk) van andere seksuologische hulpverleners.
10.3 De organisator van deze website dient te worden geïnformeerd door de op deze website vermelde seksuologische hulpverlener wanneer hij/zij wordt veroordeeld voor een criminele misdaad door een rechtbank of wanneer er een burgerlijke veroordeling tegen hem/haar loopt gerelateerd aan zijn/haar professioneel werk, wanneer er een klacht is ingediend tegen hem/haar in een andere organisatie of wanneer door juridische redenen de erkenning tot het verlenen van seksuologische hulpverlening van overheidswege wordt ingetrokken.
10.4 Na het beoordelen van de aard van de klacht en de nodige gevolgen hieraan te moeten geven, kan de organisator van deze website het lidmaatschap en vermelding op deze website intrekken van de persoon die zich gedraagt op een manier welke verondersteld wordt niet in overeenstemming te zijn met de ethische en de gedragscode van de seksuologische hulpverlening. In voorkomend geval kan een reeds betaalde vergoeding voor vermelding op deze website mits aftrek van de reeds afgelopen periode terugbetaald worden. In geen geval kan een schadevergoeding betaald worden voor geleden schade na verwijderen van de gegevens op deze website.
10.5.De onderschrijvers van deze ethische en deontologische code dragen de verantwoordelijkheid om de goede naam van deze website en vermelding op deze website te bewaren. De onderschrijvers van deze code dienen zich te onthouden van gedrag, opmerkingen of uitspraken die deze organisatie, de website of haar verantwoordelijken in diskrediet kan brengen. De onderschrijvers erkennen uitdrukkelijk dat de informatie die ze zelf op deze website vermelden, correct is en met de nodige wettelijke diploma's, getuigschriften of attesten op eenvoudig verzoek kan bewezen worden.
10.6.De onderschrijvers van deze ethische en deontologische code geven hiermee aan dat ze afstand doen van elke vorm van schadeloosstelling voor geleden schade die ze oplopen door vermelding op deze website of door tijdelijke onbeschikbaarheid of andere technische problemen van deze website. Aangezien ze zelf verantwoordelijk zijn voor de informatie die ze op deze website aanbieden en ook de informatie zelf kunnen verwijderen, zijn zij ook zelf ten volle juridisch en burgerrechtelijk aansprakelijk voor de informatie die ze langs deze website bekend maken. Indien deze informatie kwetsend of belastend of discriminerend is ten aanzien van personen of diensten, draagt de onderschrijver van deze ethische en deontologische code de volle verantwoordelijkheid voor de informatie die hij/zij vermeldt op zijn/haar persoonlijke informatiepagina. Onderschrijvers van de code stemmen in dat als in geval van eenvoudige klacht en na onderzoek blijkt dat de aangeboden informatie op de persoonlijke infopagina kwetsend, discriminerend of juridisch volgens de gangbare wetgeving laakbaar en onaanvaardbaar is, deze informatie op hun informatiepagina zonder enige schadeloosstelling verwijderd of aangepast kan worden door de webbeheerder. Derden die benadeeld worden door informatie vermeld op de persoonlijke informatiepagina van de onderschrijvers van deze code, kunnen geen juridische en financiële aansprakelijkheid inroepen voor geleden schade ten aanzien van de ontwikkelaar en beheerder van deze website. Ze kunnen wel verzoeken om de informatie ogenblikkelijk te laten verwijderen op de website.
Hasselt, 1 juni 2014