Wat is huiselijk geweld?
Als geweld wordt gepleegd door een familielid of iemand uit de huiselijke kring spreken we van huiselijk geweld. Het kan gaan om:
- fysiek geweld, zoals slaan, stompen en schoppen, vastbinden, afranselen, aan de haren trekken, verwonden met scherpe voorwerpen;
- seksueel geweld: zoals aanranding en verkrachting, het dwingen tot ongewenste seksuele handelingen (ook met derden) en het gedwongen bekijken van pornobeelden;
- psychisch geweld, zoals bedreigen, stalken, beledigen, intimideren, treiteren, verwaarlozen en vals beschuldigen.
Huiselijk geweld komt voor in alle lagen van de bevolking en leidt tot ernstige lichamelijke en psychische klachten. Geschat wordt dat meer dan 40% van de Nederlandse bevolking ooit in zijn of haar leven te maken heeft gehad met huiselijk geweld. In 80% van de gevallen zijn mannen de geweldplegers. Huiselijk geweld is strafbaar.
Kenmerken van huiselijk geweld
Kenmerkend aan huiselijk geweld is dat er altijd sprake is van een ongelijke machtsverhouding tussen dader en slachtoffer. Daders zoeken altijd de meest kwetsbare personen op. Bij partnergeweld gaat het niet alleen om fysieke kwetsbaarheid maar ook om emotionele kwetsbaarheid van het slachtoffer en de afhankelijke positie ten opzichte van de dader.
Huiselijk geweld of partnergeweld bouwt zich meestal heel geleidelijk op. Het kan beginnen met jaloezie, kleine vernederingen en bedreigingen, de gangen van de ander controleren, contacten met anderen verbieden en uiteindelijk die eerste klap. Het geweld neemt sluipenderwijs steeds ernstigere vormen aan. Slachtoffers raken meer en meer geïsoleerd van hun sociale omgeving en worden steeds afhankelijker van de dader.
Kindermishandeling
Kindermishandeling lijkt een vertrouwd begrip. Men stelt zich een gestoorde of onverantwoordelijke ouder voor die zijn hulpeloos kind te lijf gaat en zwaar toetakelt. Maar de werkelijkheid is meestal veel gecompliceerder. Hulpverleners weten vandaag dat kindermishandeling een schreeuw om hulp is van gezinnen in zware moeilijkheden. Er kunnen diverse vormen van kindermishandeling voorkomen.
-Actieve lichamelijke mishandeling betekent het kind op een gewelddadige wijze wordt behandeld. Uiterlijke letsels die hiervan het gevolg zijn kunnen min of meer gemakkelijk opgespoord worden. Belangrijk hierbij is het opmerken van ongewone kwetsuren(brandwonden van sigaretten of strijkijzers, wurgsporen, ...), kwetsuren die niet te motiveren zijn (een kind van 1 jaar kan nog niet van zijn fietsje vallen), steeds opnieuw kwetsuren bij eenzelfde kind, enz.
-Passieve lichamelijke mishandeling houdt in dat het kind ontbering kent en dat niet voldaan wordt aan essentiële basisbehoeften zoals voeding, kleding, hygiëne en medische verzorging. Dit wordt ook lichamelijke verwaarlozing genoemd.
-Emotionele mishandeling is moeilijker te herkennen omdat er geen onmiddellijke uiterlijke tekenen op wijzen. De emotionele traumata worden in eerste instantie niet altijd opgemerkt de kinderen worden onzeker en kennen faalangst, ze vertrouwen niemand en groeien op tot volwassenen met een laag zelfbeeld, ze worden depressief en krijgen zelfmoordneigingen.
-Seksuele mishandeling is een zeer specifieke vorm van mishandeling met een aantal kenmerken , die men meestal groepeert onder de term 'aanpassingssyndroom'. Het belangrijkste kenmerk is het GEHEIM. Het kind , dat niet rijp is voor een seksuele relatie wordt door de volwassen verzorger(s) zowel lichamelijk als emotioneel bedreigd, als het niet zwijgt. Daarbij wordt sterk ingespeeld op de angsten van het kind :"Ons gezin gaat kapot als je het vertelt", "Je moeder zal je haten", "Ik neem je zusje als je meniet laat doen","Je wilt papa toch niet in de gevangenis ?" "Je zult naar een instelling gaan als je het vertelt aan mama." Enerzijds is het geheim een voortdurende bron van angst, anderzijds houdt het dus ook een belofte van veiligheid in. Dit samen met het taboe dat nog steeds rust op seksueel misbruik van kinderen, verklaart waarom het kind slechts zeer moeilijk het geheim zal prijsgeven. Een ander facet van deze geheime relatie is de hulpeloosheid van het kind. De volwassen aanrander maakt misbruik van de ondergeschiktheid en de onmondigheid van een kind in een machtsrelatie. Het betekent het verraad van één van de meest essentiële vertrouwensrelaties, namelijk deze met haar/zijn ouders.
Het kind kan zich niet verdedigen. Het feit dat de misbruiker een ogenschijnlijk liefdevolle, vertrouwde figuur is, vergroot het onevenwicht in de relatie en benadrukt de hulpeloosheid van het kind. Zonder een consistente therapeutische bevestiging van onschuld, zal het slachtoffer meer en meer vervuld worden van zelfveroordeling en zelfhaat omdat het op de één of andere manier heeft meegewerkt bij de seksuele aanrandingen. De enige reactie die het kind kan aannemen is om te leren leven met de situatie en op die manier te overleven. Men ziet bij deze kinderen ook vaak zelfvernietigend gedrag, zichzelf verwonden, zelfmoordneigingen, ongecontroleerd uitdagend seksueel gedrag naar leeftijdsgenoten of ouderen (vb. zeer uitdagend kleden) of wegloopgedrag. Seksueel misbruik wordt slechts zeer zelden ontdekt. Als het kind, vaak op latere leeftijd, misschien zelfs pas als het misbruik gestopt is, dan toch spreekt is de kans groot dat er geen geloof aan zijn/haar verhaal gehecht wordt.
Als een kind ertoe komt iemand in vertrouwen te nemen en men gelooft hem/haar niet, dan wordt haar/zijn vertrouwen nogmaals geschokt. Een kind dat zijn of haar verhaal van (seksuele) mishandeling vertelt, moet in de eerste plaats ernstig genomen worden en gesteund worden.
Een groot aantal mishandelde kinderen houden er onherstelbare letsels aan over. Vaak zijn het zeer gesloten, trieste kinderen. Leer en taalmoeilijkheden en gedragsstoornissen komen voor naast typische kinderpsychiatrische ziektebeelden (achtervolgingswaan, extreem moeilijk gedrag, ongebreideld seksueel gedrag op te jonge leeftijd, geen vertrouwen meer hebben in iemand).
Seksueel geweld
Verkrachting is het ongewenst seksueel binnendringen van het lichaam door een ander. De precieze juridische definitie van de term verschilt per land. Bij dit seksueel binnendringen (seksuele penetratie) gaat het niet alleen om het gedwongen ondergaan van een geslachtsgemeenschap. Een verkrachting kan ook het ongewenst binnendringen zijn in anus of mond. De penetratie hoeft niet per se met de penis te worden uitgevoerd: binnendringen met vingers of voorwerpen kan verkrachting opleveren. Volgens de Hoge Raad valt tongzoenen niet onder verkrachting.
Zowel mannen als vrouwen kunnen het slachtoffer zijn van een verkrachting. Ook tussen huwelijkspartners kan sprake zijn van verkrachting, aangezien partnerschap geen automatische toestemming tot seksuele handelingen met zich meebrengt.
Omdat de penetratie ongewenst is komt er dus altijd dwang aan te pas. De dwang vindt meestal plaats door geweld, maar dat hoeft niet altijd zo te zijn. Ook dreiging met geweld is dwang, bijvoorbeeld wanneer iemand een revolver of mes op zijn slachtoffer richt. De seksuele handelingen vinden dan weliswaar zonder gewelddadige dwang, maar desalniettemin tegen de wil van de ander dus onder dwang plaats. Ook bedreiging of chantage zijn vormen van dwang, bijvoorbeeld wanneer de dader zijn slachtoffer dreigt een opgenomen cybersexfilmpje online te plaatsen wanneer hij of zij niet bij hem langskomt voor een afspraakje met seks. Het is zelfs niet nodig dat de seksuele penetratie door de dader zelf geschiedt. Wanneer hij bijvoorbeeld twee personen onder schot houdt en verplicht tot geslachtsgemeenschap , geldt dit eveneens als verkrachting. De tweede persoon is dan het middel waarmee de dader het slachtoffer seksueel penetreert.
Het grote verschil met aanranding is dat bij een aanranding geen sprake is van binnendringen van het lichaam en bij verkrachting wel. Iemand die bijvoorbeeld een ander onder dwang seksueel moet binnendringen is derhalve niet verkracht maar wellicht wel aangerand wegens het tegen zijn zin moeten verrichten van de seksuele handeling.
Er is sprake van seksueel misbruik als iemand je met geweld, dreigementen of chantage dwingt tot seksueel (getint) contact of er je tegen je wil bij betrekt. En ook seksueel (getint) contact met iemand die nog geen 16 is, is volgens de wet gelijk aan seksueel misbruik. Toestemming is het sleutelwoord. Stemt iemand niet toe, dan is er een probleem. En min-16-jarigen kúnnen wettelijk gezien niet toestemmen met seksueel contact. Ook als je gedwongen of gemanipuleerd wordt, is er sprake van seksueel misbruik. Wanneer de andere niet gelijkwaardig is aan jou (veel ouder, sterker of meerdere personen) kan dit het geval zijn. Van minder belang is de aard van het contact. Er hoeft bijvoorbeeld niet per se fysiek contact te zijn om van seksueel misbruik te kunnen spreken. Gedwongen worden om je uit te kleden en te masturberen kan dus evengoed seksueel misbruik zijn. Aan de andere kant is ook niet elk fysiek contact dat tegen je wil plaatsvindt gelijk aan seksueel misbruik. Het kan ook om ongewenste intimiteiten gaan.
Seksueel geweld of seksueel grensoverschrijdend gedrag verwijst naar elke situatie waarin een persoon gedwongen wordt om seksuele handelingen te stellen of te ondergaan tegen zijn/haar zin. Seksueel grensoverschrijdend gedrag kan verschillende vormen aannemen, zo kan het gaan van ongewenste seksuele opmerkingen tot ernstig lichamelijk geweld (e.g. poging tot verkrachting, verkrachting).
Vanuit verschillende invalshoeken heeft men gepoogd om seksueel geweld duidelijk te definiëren. Vanuit een juridische invalshoek wordt seksueel geweld gedefinieerd op basis van het stellen van strafbare feiten en dus op basis van criteria die los staan van het slachtoffer. Sociologische benaderingen vertrekken veeleer vanuit een maatschappelijk perspectief waarbij het verschil in machtsverhouding tussen de geweldpleger en het slachtoffer een belangrijke rol speelt. Vanuit een psychologische invalshoek tenslotte wordt bij het definiëren van seksueel geweld veel belang gehecht aan het belevingsaspect van het slachtoffer.
Seksueel partnergeweld kan vele vormen aannemen. Vooreerst hoort daar het dwingen van de partner tot seksuele handelingen bij. Maar slachtoffers zeggen dat hun partner hen ook tegen haar/zijn wil over seks doet praten, naar porno doet kijken, naakt doet poseren, seksueel getinte foto’s maakt en/of post op het net, doet toekijken bij masturbatie of bij aanranding van iemand anders, orale bevrediging eist, genitaliën pijnigt, ... Twintig procent van de vrouwen en tien procent van de mannen zijn slachtoffer geworden van matig tot ernstige feiten van seksueel partnergeweld.
Uit wetenschappelijk onderzoek in de V.S. blijkt dat seksueel partnergeweld vooral voorkomt bij vrouwen die ook nog eens lichamelijk mishandeld worden. Slachtoffers van seksueel geweld vertonen een beduidend hoger niveau van posttraumatische stress dan vrouwen die alleen lichamelijk mishandeld zijn. Belangrijk : het risico op nieuwe geweldfeiten vermindert met 32% als het slachtoffer een dokter inschakelt en met 59 tot 70% indien het slachtoffer naar de politie stapt, ongeacht of de dader gestraft wordt of niet.
Onthutsend zijn de enquêtes waarbij middelbare scholieren tussen 14 en 20 jaar in grote steden over geweldervaringen zijn bevraagd. Hoewel er geen Vlaamse of Nederlandse onderzoeken bij zijn, vertrekken Nederlandse onderzoekers van de Universiteit van Utrecht van deze cijfers om een preventieprogramma voor scholieren uit te werken (het Stay-in-Love programma, zie http://www.wodc.nl) : 30 tot 42 % van de bevraagde scholieren is slachtoffer van fysiek partnergeweld en 24 tot 42 % van deze tieners zegt zich hier ook schuldig aan te maken. 22 tot 47 % zegt wel eens slachtoffer te zijn van seksueel partnergeweld, maar hiervoor zijn in deze studies helaas geen dadergegevens opgenomen. Opvallend is dat er noch bij het gebruik noch bij het ondergaan van deze vormen van partnergeweld grote verschillen bestaan tussen mannen en vrouwen.
Fysiek en seksueel partnergeweld gaan dus veel vaker samen dan aangenomen wordt. In een onderzoek in de VS (JIP, 2006, 1375-1384) werden 229 plegers van niet-seksueel partnergeweld bevraagd die in verplichte therapie waren voor hun niet-seksuele feiten. Wanneer ze er expliciet naar gevraagd werden of ze ook seksueel geweld ten aanzien van hun partner gebruikt hadden, gaf 53 % dit spontaan toe. En de vraag blijft open of iedereen open en eerlijk geantwoord heeft. Uit polygraafonderzoek (een soort van leugendetector) blijkt dat het percentage tot 80 % kan oplopen. Het klinkt logisch dat als geweld gebruikt wordt, dit wellicht niet stopt bij de slaapkamerdeur.
Partnergeweld kan ook gevolgen hebben voor de kinderen in het gezin. In 30-70% van de gevallen van mishandeling van partners worden ook de kinderen mishandeld of misbruikt (Baeten & Geurts, 2003). Jongens die opgroeien in een gewelddadig gezin, lopen een verhoogde kans om later ten aanzien van hun partner geweld te gebruiken. Meisjes die getuige zijn geweest van geweld van vader jegens moeder, zijn minder geneigd om een gewelddadige partner te verlaten (Pahl, 1995).
Preventieve hulp kan ertoe bijdragen om erger te voorkomen. Het is een hele stap om bij jezelf of met behulp van vrienden of van je eigen partner tot het besef te komen dat het zo niet verder niet kan. Noch de partner, noch de kinderen, noch jezelf hebben er belang bij dat de relatie op deze manier blijft bestaan. Er is steeds het gevaar van escalatie, maar herhalend seksueel partnergeweld is op zich voldoende reden om hulp te zoeken die kan helpen bij het stoppen van het geweld.
Voor precieze gegevens omtrent wetgeving per land zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Verkrachting en http://www.sekscontract.be
Verkrachting
Wie heeft ze nog niet gehoord of gebruikt: uitspraken als “ze kleedde zich zo uitdagend, geen wonder dat…” of “hij had zoveel gedronken, hij wist gewoon niet meer wat hij deed”. Het valt meteen op dat zo’n opvattingen het schuldgevoel bij slachtoffers verhogen en bij daders wegnemen. Absurd misschien, maar niet onlogisch aangezien mensen zichzelf op die manier beschermen tegen mogelijk slachtofferschap: “Als ik me niet zo gedraag, zullen ze mij alvast niet krijgen”. De impact van zo’n overtuigingen op de beleving van het slachtoffer valt niet te onderschatten. Aangifte bij de politie gebeurt sowieso al zelden: slechts 11% van de aanrandingen tot 20% van de verkrachtingen wordt aangegeven. Wanneer de dader voor het slachtoffer een bekende is, vormt dit een extra barrière. Daarnaast speelt angst voor wederwraak van de dader een rol, samen met schaamte of de overtuiging dat de verkrachting geen misdrijf was. Wanneer slachtoffers besluiten hun verhaal toch kenbaar te maken, benadrukken ze hun verzet soms ook net extra hard om door anderen geloofd te worden, terwijl weerstand bieden geen evidente opgave is in (seksueel) gewelddadige situaties.
Algemeen komt naar voren dat om verkrachting te vermijden, een actieve weerstand efficiënter is dan een passieve weerstand. Dat geldt vooral voor de verbale vorm. Passief verbaal verzet blijkt zelfs het omgekeerde effect te hebben; de kans dat de verkrachting wordt voltooid, verdubbelt wanneer slachtoffers huilen of proberen in te praten op hun aanvallers. Daarentegen maakt het bij fysieke weerstand weinig verschil of slachtoffers eerder gaan duwen of proberen vluchten, of een wederaanval plannen op de dader. In beide strategieën daalt de kans met zo’n 40%. Kortom: roepen en schreeuwen helpt, maar slaan, schoppen, duwen of proberen vluchten is nog beter. Daarbij moet beklemtoond worden dat vrouwen geen schuld treft indien ze niet in staat zouden zijn zich te verzetten, net zoals bij vrouwen die ondanks hun weerstand toch verkracht worden.
Niet enkel de slachtofferweerstand maar ook sommige situatiekenmerken kunnen een beschermend effect hebben. Een publieke locatie (zoals bioscoop, bar of park) verkleint de kans op voltooiing opmerkelijk, net als omgevingsinterventies die het delict kunnen onderbreken (bijvoorbeeld een voorbijganger of telefoongerinkel). Het is dan ook ten zeerste aangeraden ‘de omgeving’ attent te maken op haar invloed in het onderbreken van delicten en de bereidheid om slachtoffers te helpen aan te moedigen. Lees hier verder
Seksuele intimidatie
Seksuele intimidatie is een vorm van ongewenst gedrag en varieert van een seksueel geladen werksfeer, pikante seksistische opmerkingen, indringende vragen over het privé-leven tot handtastelijkheden met een seksuele bedoeling ook onder seksuele intimidatie. Voorbeelden zijn schunnige en bedreigende opmerkingen, in de billen knijpen, zogenaamd per ongeluk de borsten aanraken en iemand met je lichaam dreigend benaderen. Ook seksistische opmerkingen horen hierbij.
Seksuele intimidatie op het werk is het best bekend. Maar het bestaat ook in de sport- of vriendenclub, op school, in de gezondheidszorg of de horeca. De Nederlandse Arbeidsomstandighedenwet 1998 (art.1 lid 3 onder e) omschrijft seksuele intimidatie heel precies. “Ongewenste seksuele toenadering, verzoeken om seksuele gunsten of ander verbaal, non-verbaal of fysiek gedrag van seksuele aard, waarbij tevens sprake is van één van de volgende punten :
-onderwerping aan dergelijk gedrag wordt, expliciet of impliciet, gehanteerd als voorwaarde voor de tewerkstelling van een persoon ;
-onderwerping aan of afwijzing van dergelijk gedrag door een persoon, wordt gebruikt als basis voor beslissingen die het werk van deze persoon raken ;
-dergelijk gedrag heeft als doel de werkprestaties van een persoon aan te tasten en/of een intimiderende, vijandige of onaangename werk- omgeving te creëren ; dan wel
-heeft als gevolg dat de werkprestaties van een persoon worden aangetast en/of een intimiderende, vijandige of onaangename werkomgeving ontstaat.
Uit Nederlands onderzoek is gebleken dat 78% van de vrouwelijke werknemers te maken heeft gehad met dubbelzinnige opmerkingen en 54% meldde handtastelijkheden. In 56% van de gevallen is een collega de dader ; bij 26% maakt een leidinggevende zich schuldig aan seksuele intimidatie. Het ziekteverzuim onder slachtoffers van seksuele intimidatie is hoger dan gemiddeld, namelijk 7%. Verder blijkt dat intimidatie door chefs en collega’s een groter effect heeft op burn-out, verzuim en de wens om van baan te veranderen, dan intimidatie door klanten.
Onderzoek naar de neiging tot seksuele intimidatie geeft een profiel van de dader als iemand met een grote behoefte aan seksuele en sociale dominantie, met een traditionele sekserol, die zichzelf als zeer mannelijk presenteert, en moeite heeft met het innemen van andermans perspectief. Verder komt naar voren dat de typische dader een mannelijke collega is en dus niet een leidinggevende, vaak ouder is dan het slachtoffer, van dezelfde etniciteit en getrouwd. Slachtoffers zijn niet snel geneigd melding te maken of klacht in te dienen. Eerder zal geprobeerd worden het gedrag te negeren, de dader te vermijden of hem te confronteren.
Seksuele stalking
Stalking is een Engelse jachtterm. Een stalker is een jager die groot wild besluipt. Het Nederlandse woord voor stalking is belagen. Volgens Van Dale's Groot woordenboek der Nederlandse Taal bedreigt een belager iemand anders leven of vrijheid op arglistige, bedekte wijze. Bij belaging wordt iemand opzettelijk door een ander herhaaldelijk lastig gevallen en wordt daardoor een inbreuk gemaakt op iemands persoonlijke levenssfeer.
Belaging kan vele vormen aannemen. Enkele voorbeelden : op straat achtervolgen ; bedreigingen uiten ; telefonisch of schriftelijk ongewenst benaderen ; voor de woning of werkplek posten ; ongevraagd opdrachten geven op naam van het slachtoffer ; verspreiden van valse geruchten over het slachtoffer ; beschadigen, vernielen of verplaatsen van goederen ; onder valse voorwendselen informatie inwinnen over het slachtoffer. De belager kan ook familieleden, de werkgever, collega's, vrienden en kennissen van het slachtoffer terroriseren.
In de meeste gevallen bedienen belagers zich van meerdere vormen van stalking. Enkele vormen van stalking kunnen bij een problematiek van seksueel grensoverschrijdend gedrag gerekend worden :
-De ex-partner, die het beëindigen van de relatie niet kan verkroppen. In veel gevallen was er tijdens de relatie al sprake van huiselijk en/of seksueel geweld. Nieuwe relaties van het slachtoffer kunnen leiden tot jaloezie en agressie. Ongeveer de helft van alle belagers behoort tot de categorie van de ex-partners.
-De fan, die geobsedeerd is geraakt door een beroemdheid (erotomanie). Deze belagers verkeren in de waan dat hun slachtoffer graag een liefdesrelatie of een seksuele relatie met hen wil beginnen. Ze zijn onvoorspelbaar en kunnen daarom als zeer bedreigend worden ervaren. Ze hebben vaak een verleden met seksuele problemen. Hun slachtoffers lopen een risico op lichamelijke of seksueel geweld en krijgen vaak obsceen materiaal toegestuurd.
Preventieve hulp kan ertoe bijdragen om erger te voorkomen. Het is een hele stap om bij jezelf of met behulp van vrienden of een vertrouwenspersoon tot het besef te komen dat het zo niet verder niet kan. Niemand en ook jijzelf niet heeft er belang bij dat belaging voortduurt. In slechts de helft van de gevallen vermindert de frequentie zonder tussenkomst van buitenaf. En daarenboven is er steeds het gevaar van escalatie. Voortdurende seksuele stalking is op zich voldoende reden om hulp te zoeken die kan helpen bij het stoppen van het geweld.
Strafbare vormen van cyberseks
Bij cyberseks, internetseks of netseks winden twee personen elkaar op via het internet, met woord (seksueel getinte verhalen of fantasieën) en/of beeld (webcam). Cyberseks gebeurt meestal in chatrooms of via instant messaging, met bekenden of onbekenden. Instant messaging ("Onmiddellijke berichtgeving"), ook wel afgekort als IM, is een benaming voor technologieën die berichten zo snel mogelijk overbrengen. Dit in tegenstelling tot e-mail waarbij de snelheid van overbrengen niet zo belangrijk is.
Het meest voorkomende probleem bij cyberseks is verslaving. Gemiddeld drie tot vier uur per dag aan de computer verspelen is geen uitzondering. Soms kan het nachtenlang doorgaan en leidt het dagwerk eronder. Verslaving is een ernstig probleem waar je in de verslavingszorg voor terecht kan. Cyberseks kan ook voor relatieproblemen zorgen en heeft al veel koppels uiteen doen gaan. Partners kunnen cyberseksen gelijkstellen met vreemdgaan.
De informatie of beelden die je uitwisselt, kunnen gemakkelijk verder verspreid worden. Ook zonder je toestemming. En het kan erg lastig zijn, wanneer je die beelden dan later elders weer tegenkomt. Het kan gebeuren dat iemand je online begint te stalken (zie seksuele stalking) en je dus slachtoffer wordt.
Cyberpesten en cyberseks kunnen echter ook tot strafbare feiten leiden. Enkele voorbeelden : seksueel getinte beledigingen of vernederingen ; seksuele bedreigingen of chantage ; verspreiden van foto’s of films waarop naakte kinderen staan ; ongevraagd naakt poseren voor de webcam of anderen zover krijgen dat tegen hun wil te doen ; naaktfoto’s van anderen op het web posten ; ... Als volwassene cyberseks hebben met jongeren onder de zestien is strafbaar.
Zoals bij de meeste vormen van seksueel grensoverschrijdend gedrag komen ernstige vormen van strafbare cyberseks niet zomaar uit de lucht vallen. Er gaan kleine experimenten en halftoevallige ervaringen aan vooraf. Preventieve hulp aan daders is misschien altijd nodig, wanneer het tijdig vastgesteld en onderbroken kan worden. Toch kan hulp er ook toe bijdragen om erger te voorkomen. Het is een hele stap om bij jezelf of met behulp van vrienden of een vertrouwenspersoon tot het besef te komen dat het zo niet verder niet kan. Niemand, ook jijzelf niet heeft er belang bij dat het gedrag voortduurt. Daarenboven is er steeds het gevaar van escalatie.
Bronnen:
http://www.iter-hulp.be
http://www.korrelatie.nl
http://nl.wikipedia.org/wiki/Seksueel_misbruik
http://www.allesoverseks.be
http://www.sexpert-vlaanderen.ugent.be
http://www.seksueelgeweld.nl/