RET gaat van het principe uit dat wat je voelt en wat je doet, in sterke mate beïnvloed wordt door hoe je denkt. Met denken bedoelt men niet alleen ‘logisch redeneren’, maar ook innerlijke dialogen, terugkerende gedachten en beelden, overtuigingen en attitudes, persoonlijke regels die we onszelf opleggen.
Volgens RET ligt de oorzaak van emotionele en gedragsproblemen niet zozeer in de situatie (bijv. ik ben mijn werk kwijt, ik ben bang van honden, ik heb migraine, mijn man heeft me verlaten…). Het gaat hem vooral in de manier waarop je de gebeurtenissen waarneemt en welke conclusies je daaruit trekt (bijv. dit is verschrikkelijk, ik kom het nooit te boven, ik ben waardeloos, ik mag geen fouten maken, mijn man moet me graag zien…).
Vooral gedachten die een onredelijke, dwingende eis bevatten, of een emotionele overdrijving, zorgen ervoor dat je jezelf slechter voelt dan nodig is. Ze bevatten vaak woorden als ‘moeten’, ‘niet mogen’, ‘afschuwelijk’, ‘ondraaglijk’… Ze houden je tegen om constructieve actie te ondernemen, zodat je blijft steken in machteloosheid. We noemen deze gedachten irrationeel, omdat ze niet waar zijn, en niet nuttig.
Het zijn niet de problemen zelf die het ons zo moeilijk maken, maar de manier waarop we tegen deze problemen aankijken (naar de Griekse wijsgeer Epictetus). Volgens Ellis ontstaan problemen vooral door de manier waarop we aankijken tegen de gebeurtenissen die ons overkomen.
Bij de theorie van RET wordt gebruikgemaakt van de letters ABC. A staat voor aanleiding (oorzaak); B staat voor de bril waardoor je kijkt (overtuiging); C staat voor consequentie (het gevolg) (Engels: Activating event; Belief; Consequence).
De kern van de RET komt erop neer dat niet A de oorzaak is van C, maar B. In het Nederlands: het zijn niet de gebeurtenissen (A) in je leven die bepalen hoe je je voelt (C) maar de manier waarop je tegen die gebeurtenissen aankijkt (of: de manier waarop je jezelf van het belang van die gebeurtenissen overtuigt) (B).
Door oefening kunnen de overtuigingen (B) worden veranderd, kun je een andere bril beginnen opzetten. Dit kan op zo'n manier dat ze beter (realistischer, van minder tot niet irrationeel) bij de situatie (A) aansluiten. Een gevolg is dat het gevoel (C) dat hierbij hoort beter aansluit, positiever is: gevoelens van ontreddering, angst, woede, schaamte, minderwaardigheid e.a. worden minder frequent en kunnen vaker vermeden worden.
Sommigen hebben de indruk dat het rationele aspect van deze therapie erop is gericht om het gevoel (de emotie) uit te schakelen of te verzwakken. Niets is minder waar, emoties die passen moeten aangemoedigd worden. Het gaat erom dat er in nieuwe situaties, en in de verwerking van oude situaties, een reëel beeld wordt gevormd van de werkelijkheid. Een voorbeeld: een diep bedroefd gevoel na het overlijden van een naaste is een passende emotie. Maar een uitzinnige reactie bij het krijgen van een verkeersboete is meestal overdreven.
Gelukkig is het mogelijk om iets te veranderen aan de manier van denken. Je bent niet verplicht om zomaar alles te geloven wat er in je opkomt. Je kunt de manier waarop je naar de dingen kijkt voor een groot stuk zelf bepalen. Je kunt afstand nemen van irrationele gedachten, en nieuwe, rationele manieren van denken aanleren.
RET helpt je om bewuster om te gaan met je gedachten zodat je meer vrijheid krijgt om te kiezen wat je doet en hoe je je voelt. Het is een doelgerichte en actieve vorm van therapie met een duidelijke focus op het heden en op concrete situaties. Irrationele gedachten worden onderzocht en uitgedaagd en vervangen door gedachten die je minder hulpeloos, angstig, kwaad of depressief maken.
Rationeel-emotieve therapie wordt vaak gezien als vorm van cognitieve therapie omdat het is gericht op het veranderen van het denken. Verschillen met cognitieve therapie zijn er echter ook: bij RET neemt de cliënt een actievere rol aan, aangezien zelfanalyse een belangrijk onderdeel van de therapie is. Doorgaans zal de cliënt in een rationeel-emotieve therapie meer worden uitgedaagd en geconfronteerd dan tijdens cognitieve therapie. Ook is er in RET tot op zekere hoogte aandacht voor het verleden, in tegenstelling tot cognitieve therapie.
RET: het irrationele van het ‘moeten’
Bij rationeel-emotieve therapie worden ideeën altijd getoetst aan de feitelijke realiteit. Uit deze toetsingen blijkt dat niet alle negatieve overtuigingen ongegrond zijn. RET focust op de gedachten die wel irrationeel zijn. Vaak zijn dit gedachten die een dwingend karakter hebben en waarin het ‘moeten’ sterk vertegenwoordig wordt. Zo kan een cliënt de gedachte hebben dat hij of zij door iedereen gerespecteerd, geaccepteerd en geliefd moet worden. Ook kan een cliënt het idee hebben dat hij of zij ten alle tijde moet presteren en in alle opzichten succesvol moet zijn. Een derde overtuiging kan zijn dat de cliënt vindt dat al zijn of haar wensen vervult moeten worden.
Bron :
http://www.alexanderwitpas.be
http://nl.wikipedia.org/wiki/
http://www.therapiehulp.nl