Seks en multiculturele relaties

Wat

De betekenisgeving van seksualiteit is gebaseerd op waarden en normen. Cultuur is van grote invloed op de waarden die men hanteert, vooral de etnische aspecten.

Seksuele opvoeding en verliefd worden

Binnen de islamitische huiselijke sfeer lijkt openlijk praten over relaties en seks(ualiteit) nog steeds een taboe.  De summiere informatie die in sommige gezinnen gegeven wordt blijft beperkt tot menstruatie, het behoud van maagdelijkheid en de huwelijksnacht.  Er is een significant verschil in de moeder-dochterrelatie voor en na de verloving.
Het onderwijs wordt aanzien als het belangrijkste informatiekanaal wat seksuele voorlichting betreft.  De manier waarop voorlichting gegeven wordt in het onderwijs wordt door de informanten vaak bekritiseerd.  De grootste kritiek is dat seksuele voorlichting vanuit een té Westers standpunt wordt bekeken en daardoor weinig aansluit bij de eigen leefwereld.  Het verenigen van oude en nieuwe waarden omtrent seksualiteit is niet altijd vanzelfsprekend.  Andere variabelen zoals didactisch materiaal, vertrouwensband, geslacht en leeftijd… zijn bepalend voor het verloop van de voorlichting.

Vrienden en vrouwelijke familieleden zijn naast het onderwijs de belangrijkste informatiebronnen.  Naargelang de situatie vertellen meisjes meer over seksualiteit tegen Vlaamse of islamitische vrienden.  Ook de partner en de eigen levenservaring worden gezien als informatiebron.  Media en eerstelijnsvoorzieningen zijn elementen die ook worden aangesproken.  Deze laatste krijgen evenwel de kritiek dat ze té cultuurspecifiek werken en daardoor te weinig tegemoetkomen aan de noden van de doelgroep.
Ondanks de eventuele voorlichting thuis, de seksuele opvoeding op school of via andere informatiebronnen blijken er misverstanden of leemtes te zijn in de seksuele opvoeding bij islamitische meisjes en jonge vrouwen.
Een vriendenkring is voor de meesten een ‘must’.  De vriendenkring bestaat voornamelijk uit vrouwelijke familieleden en vriendinnen.  (Openlijke) omgang met jongens wordt vaak vermeden uit angst voor een ‘slechte’ reputatie.  Zowel bij hun vrienden als bij hun partner is betrouwbaarheid een belangrijke eigenschap.

Een partner ontmoeten, gebeurt op vele manieren.  Dit blijkt niet altijd probleemloos te verlopen.  ‘Zeg het aan niemand’… is hierin de teneur. Zelf een partner kiezen is veelal een wens, maar vaak geen vanzelfsprekendheid.  Ook willen de meisjes hun partner leren kennen.  Dit dient evenwel binnen bepaalde grenzen te gebeuren.

De ‘grens der maagdelijkheid’ mag zeker niet overschreden worden.  Maagdelijkheid is een centrale waarde, maar iets dat vooral van meisjes wordt verwacht. Over het algemeen ervaren de meisjes een zekere ambiguïteit in deze materie: “Een partner hebben mag, een relatie hebben mag niet!”  Eenmaal er een partner is, is er een huwelijksverwachting vanuit de omgeving.  Ook de meisjes slaan het huwelijk hoog aan.  Samenwonen is voor velen geen probleem meer, maar wordt niet altijd geaccepteerd door ouders en omgeving.

De religieuze voorwaarde is de best gekende huwelijksvoorwaarde en dit vertaalt zich in de, al dan niet vrijwillige, keuze voor een islamitische partner.  Met sommige huwelijksplichten gaan ze niet altijd akkoord.  Vooral met gehoorzaamheid aan de echtgenoot hebben ze een probleem.  De meest voorkomende huwelijksvorm is het min of meer gearrangeerde huwelijk. Gedwongen huwelijken komen minder voor, maar in de hulpverlening duiken toch nog steeds meisjes op die door de ouders gedwongen worden om met een een door hen gekozen partner te huwen. Problematisch is ook als een meisje een autochtone partner verkiest.

Huwelijk, homoseksualiteit, kinderen

Binnen de allochtone  gemeenschappen bestaat nog steeds een grote voorkeur voor huwelijken met een partner uit het land van herkomst. Huwelijken met partners uit de eigen etnische gemeenschap hier zijn absoluut in de minderheid, maar zijn nog iets meer gebruikelijk dan gemengde huwelijken met autochtonen. Het is opvallend dat deze praktijk ook in stand gehouden wordt door allochtonen van tweede en derde generatie, mensen die hier geboren en getogen zijn. Huwelijksmigratie is niet louter een zaak van niet-geëmancipeerde meisjes die onder druk handelen van hun familie en traditie. In tegendeel zelfs. Heel wat allochtone meisjes voelen zich niet aangetrokken tot allochtone jongens omdat die jongens te traditioneel zijn, een slechte opleiding hebben, vaak werkloos zijn en geen vertrouwen uitstralen. Maar ook omgekeerd hebben allochtone meisjes in de ogen van de allochtone jongens een slechte naam: ze zouden te vrijgevochten, te zelfstandig en te modern zijn. Ze kunnen die meisjes moeilijk voorstellen als de moeder van hun kinderen en schoondochter van hun ouders. Er bestaat dus een ‘kloof tussen de seksen’. Bovendien hebben de allochtonen hier een vrij positief beeld van potentiële partners in het land van herkomst. We moeten ook rekening houden met het feit dat er in de landen van herkomst een vrij grote huwelijksmarkt bestaat. In de streken van waar bijvoorbeeld de meeste Turkse en Marokkaanse migranten afkomstig zijn, is de migratiedruk immers nog steeds hoog.

Homoseksualiteit ligt volledig in de taboesfeer. Vele homoseksuelen zijn gehuwd en houden er een geheime relatie op na. Het taboe rond echtscheiding wordt langzamerhand doorbroken, maar blijft nog steeds iets dat beter niet wordt gedaan. Anticonceptie is vrij goed gekend.  De meeste gekende voorbehoedsmiddelen zijn ‘de pil’ en het condoom.  Er is een groot verschil in houding ten aanzien van anticonceptiegebruik voor en na het huwelijk.  Het bestaan van misvattingen omtrent anticonceptiegebruik is vrij reëel.  Het aandeel van het vrouwennetwerk hierin is groot.  Sterilisatie is gekend, de houding er tegenover is ambivalent

Er wordt bewuster gekozen voor het al dan niet krijgen van kinderen.  De meningen over een bewust kinderloos huwelijk zijn verdeeld.  Er is evolutie merkbaar van grote gezinnen ten voordele van kleinere gezinnen. Onvruchtbaarheid is een geladen onderwerp.  Mogelijke alternatieven zijn vruchtbaarheidsmethoden onder medische begeleiding en adoptie.
De informanten zeggen principieel tegen abortus te zijn, maar sommigen zien naast de islamitische wetgeving, waarin abortus wel mag onder bepaalde voorwaarden, ook nog andere omstandigheden waarin abortus aanvaardbaar is.  Anderen zijn dan weer tegen abortus in elke situatie.  Religie is evenals cultuur, traditie, opvoeding en sociale controle een beïnvloedende factor op de relatie- en seksualiteitsbeleving van de meisjes.  Het aandeel in de beïnvloeding van de islam als religie en dat van de islam ais cultuur is niet duidelijk af te bakenen.  Religie en cultuur zijn met elkaar verweven.  Er is een enorme sociale controle die het doen en laten van de meisjes beïnvloedt.  Vooral om hun reputatie en de eer van de familie hoog te houden, worden ze als het ware gedwongen hiermee rekening te houden.

Opvoeding

Jongens en meisjes worden nog vaak apart opgevoed zeker inzake rollenpatroon en seksualiteit. Dat begint vanaf hun 10de.  Na hun eerste menstruatie worden meisjes meer als jonge vrouwen beschouwd en ze worden voorbereid op hun taak als vrouw. De vader heeft met zijn zonen een vrij formele relatie.  Gehoorzaamheid en onderdanigheid en het bewaren van afstand staan heel centraal in deze relatie.  Huwelijk en seksualiteit worden niet besproken.  Met de dochters heeft vader een minder formele relatie.  Het verschil in opvoeding is er nog steeds. Meisjes worden veelal opgevoed in functie van de traditionele vrouwen- en meisjesrollen die daarbij horen. Jongens worden nog steeds volgens de traditie van mannelijke dominantie opgevoed. Waarden als gehoorzaamheid, onderdanigheid, fatsoen, reinheid en kuisheid zijn sterk aanwezig.  Dit voor de eer en het prestige van het gezin. De moeder heeft een meer informele relatie met haar kinderen, gebaseerd op gevoelens en affectie.  Moeder is vaak bemiddelaar tussen haar echtgenoot en haar kinderen.  Moeder neemt haar kinderen vaak in bescherming.   

Zowel voor jongens als meisjes is juiste informatie over maagdelijkheid erg belangrijk. In de Islamitische cultuur wordt veel belang gehecht aan maagdelijkheid. In principe geldt het gebod van de maagdelijkheid voor het huwelijk zowel voor jongens als voor meisjes. In praktijk blijkt dit echter voor meisjes zwaarder te wegen en vormt het een zware belasting.
Het voorhuwelijks seksueel gedrag van jongens wordt meestal minder streng beoordeeld dan dat van meisjes. Meisjes worden overbeschermd om de kans op ‘ontering’ te verkleinen. Blijkt dat er bij veel meisjes veel vragen en misverstanden leven over het maagdenvlies, het scheuren en het herstel ervan. Omwille van het belang van de maagdelijkheid laten steeds meer meisjes dit operatief herstellen.
Jongens moeten o.m. ingelicht worden over het feit dat er niet noodzakelijk bloed hoeft te vloeien tijdens de eerste huwelijksnacht. De eerste huwelijksnacht is iets dat allochtone jongeren erg bezighoudt (meisjes zijn vooral bang van ontmaagding).

Ondanks het maagdelijkheidsideaal zijn sommige jongeren, vooral jongens, seksueel actief voor het huwelijk. Condoomgebruik is daarbij lang niet algemeen. Velen blijken een gebrekkige kennis te hebben van het risico van aids en andere seksueel overdraagbare aandoeningen. Uit cijfers blijkt dat er bij allochtonen een stijging is van SOA’s en abortussen. Er blijkt ook een grote behoefte te zijn aan informatie over het gebruik en de werking van andere voorbehoedmiddelen. Nogal wat allochtone jongens geven de voorkeur aan anale seks omdat ze dan weten dat ze het meisje niet zwanger kunnen maken.  Vele allochtone volwassen mannen prefereren ook later nog anale seks omdat ze dat tijdens hun voorhuwelijkse jaren zo gewoon waren. Anale seks is voor vrouwen vaak niet aangenaam. Vele vrouwen voelen pijn bij anale seks, zeker als er geen glijmiddel wordt gebruikt.  Waar anale seks bij homoseksualiteit volstrekt taboe is, hebben allochone mannen minder scrupules bij anale seks bij een vrouw. Op die manier kunnen ze ook hun dominantie over de vrouw expliciet ook tijdens seksualiteit tonen. 

Seksuele problemen bij allochtonen

Als allochtonen hulp zoeken bij seksuele problemen is dat meestal bij een arts. Seksuele problemen worden bijna altijd als lichamelijke problemen aanzien. Men zal het moeilijk kunnen begrijpen als bijvoorbeeld een arts zou doorverwijzen naar een seksuologische hulpverlener omdat hij/zij denkt dat het probleem niet somatisch is.

Onderzoeksgegevens
Problemen met het seksueel verlangen bij mannen blijken een relatief kleiner deel van de klachten van de Turken en Marokkanen uit te maken dan van zowel Nederlanders als Surinamers en Antillianen (5% tegenover respectievelijk 14% en 8%, significant verschil). Problemen met het orgasme, met uitzondering van voortijdig orgasme, blijken bij Nederlanders een significant groter deel uit te maken van de problemen op de poli dan bij Turken en Marokkanen (respectievelijk 11% en 2%). Voortijdig orgasme maakt een significant groter deel uit van de gepresenteerde problemen bij Turken en Marokkanen, evenals bij Surinamers en Antillianen, dan bij de Nederlanders (resp. 39% en 35% tegenover 9%). Dyspareunie komt op de poli bij Nederlandse vrouwen vaker voor dan bij de Turkse en Marokkaanse vrouwen, evenals bij de Surinaamse en Antilliaanse vrouwen (42% versus resp. 21% en 25%). Vaginisme is bij de Turkse en Marokkaanse vrouwen het meest voorkomende probleem op de poli en komt relatief vaker voor bij deze vrouwen dan bij Nederlandse vrouwen (resp. 34% en 16%).

Wat zijn algemeen beïnvloedende factoren bij allochtonen en seksuele problemen
-man-vrouw verhoudingen, mannelijkheid en vrouwelijkheid
-familieverhoudingen en rollenpatroon (poortwachterschap van de man)
-intergenerationele verhoudingen
-huwelijk/polygamie
-psychische problemen
-maagdelijkheid, eer en schande
-vruchtbaarheid en menstruatie
-homoseksualiteit
-besnijdenis
-seksueel misbruik
-seksuele dwang en misbruik/(seksuele) mishandeling tijdens het huwelijk
-godsdienstige voorschriften
-traditie
-woonsituatie, positie, discriminatie, politieke situatie zoals vluchteling, asielzoeker,...

Allochtonen en echtscheiding

In de groep van ooit-gehuwden van 54 jaar en jonger is binnen de 20 jaar 1 op 4 huwelijken (al) ontbonden. Dit aandeel ligt hoger bij de Fransen. Nederlanders verschillen niet van de Belgen. Italianen scheiden veel minder dan de Belgen. De echtscheidingscijfers van de Marokkaanse mannen benaderen deze van de Belgische mannen; Marokkaanse vrouwen scheiden minder dan de Belgische vrouwen. Turken hebben de laagste echtscheidingscijfers. Er bestaan bij de Turken en Marokkanen aanzienlijke verschillen in echtscheidingskans naargelang het migratietype. Mannelijke huwelijks­migranten hebben verhoogde echtscheidingscijfers. Deze sluiten aan bij de verhoogde echtscheidingscijfers van de tweedegeneratievrouwen, die doorgaans hun huwelijkspartner zijn. De migratiehuwelijken van mannen, vooral deze gesloten na 1994, hebben een sterk verhoogde echtscheidingskans in het 4e huwelijksjaar. Veranderingen in de wetgeving inzake echtscheiding, de verwerving van de Belgische nationaliteit en het verblijfsstatuut hangen hiermee samen.

Na een echtscheiding wordt er minst herhuwd door de Italianen. Nederlanders en Fransen herhuwen even vaak als de Belgen, maar gaan daarnaast veel vaker ongehuwd samenwonen met een nieuwe partner. Italiaanse vrouwen leven veel vaker dan Belgische als alleenstaande moeder. Er wordt tot 3 keer meer herhuwd door Turken en Marokkanen dan door Belgen. Vooral mannelijke huwelijksmigranten en tweedegeneratievrouwen herhuwen. Marokkaanse mannen en vrouwen wonen na een echtscheiding vaker alleen dan Turkse en Belgische; dit komt deels omdat er vaker geen kinderen bij hun ontbonden huwelijken waren betrokken. Turkse vrouwen wonen na een echtscheiding vaker als alleenstaande moeder dan Marokkaanse en Belgische. Turkse en Marokkaanse huwelijksmigranten leven na een echtscheiding vaker alleen. Vooral Turken van de tweede generatie wonen na een echtscheiding bij de ouders in. Franse en Turkse mannen wonen sneller dan alle anderen na een echtscheiding opnieuw met partner én kinderen samen.

Steeds meer kinderen maken een echtscheiding van hun ouders mee. Zij worden er op steeds jongere leeftijd mee geconfronteerd. Die trends zijn waarneembaar in alle herkomstgroepen, maar de intensiteit en het tempo van de verandering verschilt. Franse kinderen maken het meest een echtscheiding mee. Vaak gebeurt dit op zeer jonge leeftijd. Marokkaanse, maar ook Turkse kinderen krijgen er minder dan de andere kinderen mee te maken. Ook zij zijn vaak zeer jong ten tijde van de echtscheiding. Oudere Marokkaanse kinderen hebben er minder mee te maken gehad dan hun Turkse leeftijdsgenoten. Het verschil tussen deze twee niet-westerse herkomstgroepen verdwijnt bij de jongere kinderen.

Echtscheiding is maar één van de wijzen waarop een gezin kan ontbonden worden. Het aandeel kinderen met ouders die uit elkaar zijn, ligt gevoelig hoger dan het aandeel kinderen met uit de echt gescheiden ouders. Franse kinderen worden het meest geconfronteerd met het uit elkaar gaan van de ouders; Turkse en Marokkaanse kinderen het minst.

Kort na de echtscheiding wonen Marokkaanse, Turkse en Italiaanse kinderen meer dan de kinderen uit de andere herkomstgroepen bij een alleenstaande ouder. Italiaanse kinderen wonen dan ook het vaakst (hoewel relatief weinig) in bij familieleden. Vier tot 5 jaar na de echtscheiding blijft er een differentiatie naar herkomst bestaan inzake de leefvorm: Marokkaanse en Italiaanse kinderen wonen dan het vaakst bij een alleenstaande ouder. Ongeacht de herkomst leven kinderen die bij een alleenstaande ouder wonen, overwegend met de moeder samen. Vooral Turkse maar ook Marokkaanse oudere kinderen wonen vaker dan hun leeftijdsgenoten van andere herkomst met een alleenstaande vader samen. De alleenstaande moeder, maar meer nog de alleenstaande vader van de Turkse en Marokkaanse kinderen is vaak opgegroeid in het land van herkomst en is bovendien soms pas vrij recent gemigreerd. Lees hier verder in het SVR-rapport 2009/4 - Martine Corijn & Edith Lodewijckx 

 

Bronnen

Zeg het aan niemand dat ik verliefd ben ...Lien Ingelbrecht  Lees hier de integrale masterproef

http://www.tijdschriftvoorseksuologie.nl/

 

Mogelijke hulpverlening en tips

Voor cliënten met specifieke cultuurgerelateerde vragen, raden we aan op zoek te gaan naar een hulpverlener die gewoon is te werken met diverse etnische groepen.  Voor hulpvragers is het vaak ook belangrijk te weten of men met het probleem bij een mannelijke of vrouwelijke hulpverlener terecht kan. Het zoeksysteem op deze website laat dit toe.  Verder moet men zichzelf volgende vragen stellen.

-Is men gewend met problemen naar een buitenstaander te gaan?
-Is men gewend aan direct of indirect taalgebruik?
-Durft men het aan om over seksualiteit te praten of ziet men seksproblemen altijd als een lichamelijk probleem?
-In hoeverre vertrouwt men op  de gangbare westerse behandelingswijzen of op de methoden uit de eigen cultuur?

In wat hier volgt gaan we eerder in op de hulpverlener, dan op de cliënt.

Drempels

Een aantal drempels staan een goede hulpverlening in de weg : taal en cultuur. Men is minder verbaal en ook taboes rond bepaalde thema’s zijn groter in vergelijking met doorsnee westerse gezinnen zoals praten over seksualiteit of over relatieproblemen. Allochtonen vertalen een psychisch of relationeel probleem veel meer lichamelijk. De specifieke situatie van allochtone vrouwen heeft invloed op hun welbevinden. Nieuwkomersvrouwen lopen risico op isolatie en een te grote afhankelijkheid van hun man en zijn familie. Alleenstaande en gescheiden vrouwen worden in de eigen gemeenschap geconfronteerd met stigmatisering en een beschadigde reputatie. Men kan rekenen op de sterke steun van de familie en de gemeenschap: er is meer solidariteit, maar ook meer sociale controle, met angst voor eerverlies en roddel als bijkomende belasting.

Vele hulpvragers voelen zich ongemakkelijk als de hulpverlener hen té directe vragen stelt over onderwerpen die zij als ‘verboden terrein’ beschouwen.  Seksuele problemen moeten daarom dikwijls eerst op een zijdelingse manier worden behandeld, via omschrijvingen of symbolen, vooraleer men tot een duidelijke formulering van het voor hen delicate probleem kan komen.  Indien té vlug directe vragen worden afgevuurd, antwoordt de allochtone hulpvrager vaak ontwijkend.

Vaak speelt de achtergrond van de cliënt een belangrijke rol in het tot stand komen van een klacht en in de wijze waarop deze wordt gepresenteerd. Meestal worden seksuele problemen als lichamelijke problemen voorgesteld en men kan de allochtone cliënt best ook in die rol laten.  De lichamelijke klacht moet centraal blijven staan.  Meestal zal een seksuologische hulpverlener ook altijd samen met of in overleg met een arts handelen. Wanneer er een vertrouwensband is opgebouwd is het soms mogelijk om daarna op onderliggende problematiek en de beleving van seksualiteit in te gaan.

Er wordt bijvoorbeeld niet over masturbatie gepraat bij een gehuwde man. Er worden dan ook geen directe individuele sensate focusoefeningen gegeven, maar bijvoorbeeld de penis met een zalf/olie laten insmeren bij erectieproblemen met de bijkomende boodschap dat het niet erg is als de penis bij handbewegingen dan ook stijf wordt.

Communicatieproblemen?

De rol van taal bij interculturele communicatie is een van de meest besproken thema’s in de ter zake relevante literatuur.  Taalverschillen tussen mensen vormen waarschijnlijk de belangrijkste indicatoren voor het typeren van een ontmoeting als intercultureel (vb. De taal kan daarbij als een belangrijk obstakel optreden, vooral wanneer de boodschappen wat ingewikkelder of van persoonlijke aard zijn).  Daarbij gaat het in eerste instantie niet om het feit dat communicatiepartners vaak nauwelijks met elkaar kunnen converseren, maar veeleer om de indirecte gevolgen van taal.  Zelfs wanneer de interactiepartners een derde taal gebruiken in hun conversatie, blijft het verschil in hun moedertalen een wezenlijke rol spelen bij de ineffectiviteit van hun communicatie.  De moedertaal beïnvloedt onder andere de denk- en redeneervaardigheden  van mensen, evenals hun communicatiestijlen. De hulpverlener zelf kan op verschillende manieren voorkomen dat misverstanden optreden, waarbij ofwel de cliënt verkeerd begrepen wordt ofwel de boodschap van de hulpverlener onjuist overkomt.

Het is soms belangrijk dat zowel hulpverleners als tolken dezelfde sekse hebben als de cliënt. Vrouwelijke cliënten zullen bijvoorbeeld moeite hebben om bepaalde zaken te bespreken met een mannelijke hulpverlener of als er een mannelijke tolk bij is en vice versa (bv. seksuele problemen of huwelijksproblemen).

Een ander taboe, dat gelijktijdig het grote gespreksonderwerp bij allochtone Islamitische meisjes kan zijn, is de maagdelijkheid.  Vele meisjes worden geconfronteerd met de dubbele boodschap die de jongens van hun leeftijd uitzenden: “waarom zouden we geen intiemer contact hebben, iedereen doet toch zo…” en: “Ik wil dat mijn vrouw nog maagd is wanneer we trouwen”.  Marokkaanse en Turkse meisjes zullen de nood voelen om daarover met een hulpverlener te spreken, omdat dit onderwerp thuis niet bespreekbaar is en omdat zij een antwoord willen op vragen die in de seksuele opvoeding op school niet altijd aan bod komen.

Bij jonge meisjes met wat wij ‘vage’ klachten noemen, is het nuttig ook de volgende vraag te stellen: “ik verontschuldig mij indien ik u zou choqueren, maar ik weet hoe belangrijk maagdelijkheid voor de meeste meisjes van uw leeftijd en uw cultuur is.  Misschien houdt dit u ook bezig en zit u met vragen die u tot nu toe aan niemand durfde stellen. Seksuele eer is een fundament in de Turkse of Marokkaanse samenleving.

Hulpverlening door middel van tolken?

Wanneer het taalprobleem tussen hulpvrager en de hulpverlener te groot is om tot een gesprek te komen, kan men een tolk inschakelen.  Er ontstaat dan wel een ongewone situatie: de communicatie verloopt via een tussenpersoon, die veelal niet is opgeleid om hulp te verlenen, maar toch een bijdrage levert aan het verloop van het contact.  De houding van de tolk tegenover de hulpvrager is bepalend voor de sfeer van het hulpverleningsgesprek.  De deskundigheid van de tolk met betrekking tot de cultuur waaruit de hulpvrager afkomstig is, kan het contact soepeler doen verlopen.
De aanwezigheid, de vaardigheden en het gedrag van de tolk kunnen bij de hulpvrager allerhande gevoelens oproepeEchtgenoten van vrouwelijke cliënten treden soms ook op als tolk voor hun echtgenoten. Indien deze traditionele echtparen zijn, kan dit ook bepaalde moeilijkheden geven. Niettemin kan het wegsturen van één van de echtgenoten op zo’n moment verkeerd begrepen worden. De cliënten gebruiken soms hun kinderen als tolk.  De kinderen schamen zich echter soms om bepaalde vragen aan hun ouders te stellen, of om bepaalde antwoorden te vertalen naar de hulpverlener toe.  Ouders van hun kant zullen natuurlijk ook niet alles aan hun kinderen vertellen (vb. relationele problemen zijn taboe voor kinderen).

Bronnen

Sexcounseling Marijke IJFF (2006) Van Gorcum

Interculturele hulpverlening. (2003) Gerard Gielen Kluwer

 

 

Meer informatie

Hieronder vindt u links naar websites/bijkomende literatuurinformatie met meer info over de beschreven thematiek. Onze excuses mochten bepaalde links niet meer werken of indien de aangeboden info niet meer juist is.  De webmaster van deze website is niet verantwoordelijk voor de inhoud die op de doorgelinkte pagina's wordt aangeboden. Wenst u correcties mee te delen kan dat via het contactformulier met duidelijke opgave van de suggestie.

Een zeer informatieve website over seks en islam en cultuur vind je op http://www.geentaboes.marokko.nl/

Hulpmix.nl richt zich op jongeren met een multiculturele achtergrond. De website geeft informatie over talloze onderwerpen zoals seksualiteit, relaties, geweld en verslaving. Jongeren kunnen rechtstreeks met een hulpverlener chatten of mailen. http://www.hulpmix.nl

Interculturele hulpverlening. Uitvoerige cursus en gids met praktische tips in omgaan met allochtonen. Leiddraad van VCLB Vorming 24 januari 2012 Auteur Gerard Gielen Lees hier verder

Zwijgen is zonde. Yuri Ohlrichs, Ineke van der Vlugt Het boekje Zwijgen is Zonde biedt voorlichters praktische instructies om seksualiteit en relaties bespreekbaar te maken binnen multiculturele en multireligieuze groepen jongeren. Het geven van seksuele en relationele vorming in een multireligieuze of multiculturele groep jongeren is niet makkelijk maar zeker niet onmogelijk. Iedere jongere, ongeacht religie, cultuur, opleiding of sekse, heeft recht op goede seksuele en relationele vorming. Rekening houden met diversiteit betekent niet alleen oog hebben voor verschillen, maar juist ook aandacht hebben voor overeenkomsten in standpunten en achtergronden van jongeren. Goede objectieve informatie en een respectvolle dialoog draagt uiteindelijk bij aan veilige, prettige en gelijkwaardige seksuele relaties. Lees hier enkele pagina's uit het boekje.

Onderzoeksproject bij allochtone jongeren. Lees hier verder

Materialen om seks bespreekbaar te maken bij allochtonen. Lees hier verder   Zie ook hier en hier

Seksualiteit en cultuur: verschillen in klachten tussen autochtonen en allochtonen. Niels Nieuborg, Woet Gianotten Artikel lees hier

Allochtone jongeren en grensoverschrijdend seksueel gedrag. (Rutgers WPF) Lees hier verder

Niet zomaar seks, (allochtone) jongeren over wensen en grenzen. (Rutgers WPF)  Lees hier verder

Huwelijk en echtscheiding in België en Marokko. Lees hier verder.  

Scheiden in een vreemd land maakt dubbel kwetsbaar. Tekst van Koning Boudewijnstichting. Lees hier verder.

De seksuele ontwikkeling van kinderen (0-18 jaar) en wat ouders kunnen doen.Brochure voor allochtone en laagopgeleide ouders. Rutgers WPF  Lees hier verder

Feiten en fabels over het maagdenvlies.Brochure over de misverstanden rond het ´maagdenvlies´(Rutgers WPF) Lees hier verder

Leven tussen Mc.Seks en Mc. Haraam. Marrokaanse meiden, seksualiteit,maagdelijkheid, taboe.  Christelijke Hogeschool Ede   Berg-van Woerkom Agnieta. Lees hier de integrale tekst.

Gedwongen huwelijk.  Handleiding voor dienstverleners. Lees hier verder

Zoek hulpverlener

Klik hieronder op de seksuologische problematiek om alle seksuologen/seksuologische hulpverleners te vinden die rond deze thematiek werken. Vindt u niets bij deze term, dan is in deze database (nog) geen hulpverlener aanwezig die specifiek rond deze problematiek werkt.

Wenst u een hulpverlener in uw nabijheid te vinden, kies dan 'zoeken op specialisatie problematiek' en kies 'kaart' of 'lijst' uit het menu aan de rechterkant.


logo creative commonsDisclaimer en copyrights klik hier  © De copyrights van de hier weergegeven tekst rusten bij de oorspronkelijke auteur(s). Geen overname tenzij met toestemming van de oorspronkelijke auteur(s). De informatie/foto's werden soms (letterlijk) ontleend aan andere internet/literatuurbronnen of zijn aangepast naar andere internet/literatuurbronnen. Onderaan de informatie vindt u telkens zoveel mogelijk de originele bronnen voorzover ons bekend. Er is geen enkel commercieel, doch louter een informatief en educatief opzet. De seksuologische hulpverleners op deze site zijn hier gratis geplaatst en betalen hiervoor geen vergoeding. Enkel professioneel afgestudeerde seksuologen en seksuologische hulpverleners kunnen opgenomen worden in de databank.  Inden er auteursrechterlijke schendingen zijn, zijn die onvrijwillig door onbekendheid/onwetendheid en niet met opzet gebeurd. Mocht u het ongepast vinden dat uw eigen informatie/foto's op deze website worden vermeld of is er geen correcte bronvermelding naar uw informatie, contacteer dan gerardgielen@telenet.be  met opgave van de betrokken schending van copyrights. De info zal dan zo snel mogelijk aangepast en/of verwijderd worden.

Kennis is er om te delen, niet om te bezitten.