Vaginisme/dyspareunie

Wat

Vaginisme wil zeggen dat het niet lukt om een penis, vingers of tampon in je vagina in te brengen. Probeer je het, dan spannen je bekkenbodemspieren zich onbewust aan. Soms lukt het wel iets in je vagina in te brengen, of een klein stukje, maar doordat je bekkenbodemspieren gespannen zijn, is dit pijnlijk. Sommige vrouwen hebben hun hele leven last van een vaginistische reactie, anderen alleen een bepaalde periode of alleen met een bepaalde partner. Er zijn ook vrouwen die alleen vaginistisch reageren bij een
lichamelijk onderzoek, dus niet tijdens het vrijen. Een vaginistische reactie komt regelmatig voor. Het kan een onderdeel zijn van andere seksuele en relationele problemen of kan een probleem op zich zijn.Brochure vaginisme Rutgers

Vrouwen die vaginistisch zijn, spannen tijdens het vrijen onwillekeurig de spieren van hun bekkenbodem aan. Deze zitten ongeveer rondom het buitenste gedeelte van de  vagina. De spieren kunnen zo krachtig zijn dat de vagina helemaal dicht aanvoelt.  Het lijkt alsof er niets in kan… Vaginistisch spannen van de bekkenbodemspier gebeurt vaak al als er maar iets (een vinger, een tampon, een penis) in de buurt van de vagina komt. De gedachte aan penetratie alleen al, kan een vaginistische reactie teweeg brengen. Bij anderen spant de vagina als deze wordt aangeraakt. Niet iedereen ervaart dat spannen van de spieren rondom de vagina bewust. Bij sommige vrouwen komt het ‘onverwacht’. Andere vrouwen ervaren het aanspannen van de bekkenbodem als een permanente kramp. Er zijn veel individuele verschillen. Maar het resultaat is hetzelfde: de boel zit op slot.

Het kan ook gebeuren dat de vagina sporadisch vaginistisch reageert, maar dat er geen sprake is van vaginisme, bijvoorbeeld wanneer je geen vinger of tampon kunt inbrengen omdat je te gespannen bent, of wanneer een inwendig onderzoek door de dokter niet lukt.

Vaginisme is bijgevolg een seksuele disfunctie waarbij de bekkenbodemspieren van de vrouw zich automatisch en buiten haar wil opspannen. Dat heeft tot gevolg dat penetratie niet mogelijk is, of als pijnlijk wordt ervaren. Vaginisme komt voor bij ongeveer een op de honderd vrouwen en kan verschillende vormen aannemen. Zo hebben sommige vrouwen het alleen als het gaat over penetratie door een penis, terwijl andere er ook last van hebben als ze proberen om een vinger of een tampon in te brengen, of wanneer ze een gynaecologisch onderzoek ondergaan. Sommige vrouwen hebben het al heel hun leven, terwijl het bij andere start op een bepaald moment. Vrouwen die vaginistisch reageren beleven meestal weinig plezier aan seks met penetratie - als het al mogelijk is - dus hebben ze er ook weinig zin in.

Sommige vrouwen ervaren pijn bij diep doorstoten van de penis. Vaak treedt deze pijn alleen op bij een bepaalde houding. De diepe pijn kan ontstaan
doordat de penis tegen de baarmoedermond aan stoot. Soms geeft dit een onaangenaam of pijnlijk gevoel. Ook darmafwijkingen zoals een spastische dikke darm of gynaecologische aandoeningen (bijvoorbeeld endometriose) kunnen dit soort pijnklachten veroorzaken. De gemakkelijkste oplossing is dan om een houding te zoeken die voor beide partners aangenaam is. Meestal zijn dit houdingen waarbij de penis minder diep in de vagina komt. Sommige vrouwen
hebben buikpijn of bekkenbodempijn na de gemeenschap. Het kan dan gaan om een soort spierpijn, doordat de bekkenbodemspieren heel gespannen zijn geweest tijdens de coïtus. Het is een vervelende klacht, maar is vaak geen reden tot ongerustheid.Als de pijn een gezonde seksuele relatie verhindert is het aangewezen hulp te zoeken. In eerste instantie is een medisch onderzoek belangrijk maar daarnaast kunnen er ook psychische oorzaken zijn waarbij de hulp van een seksuoloog/seksuologisch hulpverlener nuttig kan zijn.

Vaginisme

Er is sprake van een vaginistische reactie als bij pogingen om geslachtsgemeenschap te hebben de spieren rondom de vagina zich samenknijpen, zonder dat de vrouw dit zelf wil. Gemeenschap is hierdoor niet mogelijk of alleen met veel moeite en pijn (dyspareünie). Het spannen van de bekkenbodemspieren gebeurt soms al voor er iets (bv. penis, tampon of speculum) in de buurt van de vagina komt.

Hierbij speelt een lastige vicieuze cirkel van: pijn voelen – spannen – angst voor pijn voelen – spannen – pijn voelen, enzovoorts.  Het spannen van de bekkenbodemspieren is een natuurlijke reactie op pijngevoel en op de angst voor pijn. Het is een onwillekeurige reactie van het lichaam op gevaar. Bij herhaling van deze reactie ontstaat een reflex, dat wil zeggen dat het spannen iedere keer weer optreedt als de schede benaderd wordt. Dit reflex-proces speelt vaak onbewust.

Indien er geen medische oorzaak wordt gevonden spreekt men van een 'vulvaire-vestibulitissyndroom' (de aanwezigheid van rode, pijnlijke plekjes binnenin de vagina). De precieze (psychologische) oorzaak is tot nog toe onbekend.
Wel bekend is de rol die het psychologisch mechanisme van pijn en vermijdingsgedrag speelt. Wanneer iemand pijn ervaart gaat zij bij wijze van beschermingsreflex dit proberen te vermijden. De angst voor pijn leidt tot verkramping. Vaak wordt na verloop van tijd iedere toenadering tot vrijen vermeden.

Vaak geloven vrouwen met vaginisme in de mythe dat zij 'te klein geschapen zijn'. De combinatie van een paar waarbij de vrouw eerder klein en de man eerder groot geschapen wat problemen zou geven, komt echter zelden voor. Het gaat veel meer over onwillekeurige spasmen van de vaginale spieren. Sommige vrouwen voelen zelfs geen pijn en zijn zich dus niet bewust van hun verkramping.

In het verleden sprak men over vaginisme in termen van een conversiestoornis of hysterisch symptoom. Dit wil zeggen een psychische klacht (een trauma of angst) die wordt omgezet in een lichamelijk symptoom. De behandeling was dan gericht op het doorwerken van het trauma via gesprekstherapie. Enkele feministen beweerden ooit dat vaginisme een vorm van verzet was tegen de door mannen gedomineerde maatschappij.

Momenteel wordt vaginisme vooral uitgelegd als een geconditioneerde angstreactie. Mogelijk ligt één toevallige, negatieve pijnervaring aan de basis. Mogelijk is er sprake van herhaaldelijke verkrachting of incest in het verleden. Er ontstaat alleszins vrees voor pijn in de toekomst, waardoor de vrouw zal verkrampen wanneer zij seksueel wordt benaderd.
Zoals reeds gezegd spelen relationele factoren altijd een bepaalde rol. In sommige gevallen wordt vaginisme verklaard als een louter relationeel probleem. Vaginisme zou een functie hebben in de relatie, vaak bij paren die aan de buitenkant erg harmonisch overkomen. De partners van vaginistische vrouwen zouden vaak zelf seksuele problemen hebben zoals erectieproblemen of voortijdig orgasme. De band die de partners hebben met het ouderlijk gezin kan eveneens te verstikkend zijn wat de seksualiteit binnen het paar belemmert.

 

Specifiek

Psychogeen vaginisme  is het onvrijwillig samentrekken van de spieren rondom de vagina waardoor het (bijna) onmogelijk wordt om geslachtsgemeenschap te hebben. Deze samentrekking vindt plaats wanneer een penis of een vinger of een in te brengen voorwerp zoals tampon in de buurt van de vagina wordt gebracht. Het is alsof het onderbewuste door een lichamelijke actie nee zegt tegen penetratie terwijl het bewustzijn van de vrouw daar mogelijk niet negatief tegenover staat.

Dit wordt onderscheiden van organisch vaginisme.

Vaginisme wordt soms veroorzaakt door angst: angst voor de penis (mogelijk de grootte van de penis) of angst voor pijn. Andere oorzaken kunnen zijn een slechte relatie met de partner of een eerdere traumatische seksuele ervaring.

De behandeling van vaginisme in de gynaecologische praktijk houdt in dat de oorsprong van de onderbewuste reactie wordt gezocht, en aan de andere kant de bewuste controle over de spieren wordt getraind. Ook wordt weleens de zogenaamde pelottentherapie toegepast.

Dyspareunie

Dyspareunie of pijn bij het vrijen is een terugkerende of aanhoudende genitale pijn die samengaat met de coïtus. Dit kan het resultaat zijn van een somatische aandoening, maar kan ook een psychische oorzaak hebben. Een veel voorkomende oorzaak is vaginale atrofie zoals die na de overgang vaak optreedt.

Bij vrouwen met het syndroom van Sjögren kunnen deze klachten zich voordoen als gevolg van uitgedroogde slijmvliezen, hier is de oorzaak dus puur somatisch en in dit geval te verhelpen met lubrificerende middelen (glijmiddel). De aandoening komt zowel bij mannen als bij vrouwen voor. Bij oppervlakkige dyspareunie bij vrouwen wordt pijn ervaren bij het binnengaan van de vagina, dit kan een symptoom zijn van vaginisme. Soms is elke aanraking van het genitale gebied pijnlijk, dit kan een symptoom zijn van vulvaire vestibulitis. Een ander woord voor vulvaire vestibulitis is focale vulvitus. Diepe dyspareunie is pijn diep in de vagina en/of onderbuik bij de penetratie, dit komt vaak door somatische afwijkingen.

Dyspareunieklachten komen voor bij 3 tot 18% van de vrouwen, meestal gaat het om oppervlakkige dyspareunie.

Een gynaecologisch onderzoek door de dokter, in combinatie met een gesprek, is meestal voldoende om het probleem te situeren en op te lossen. Een echografie of laparoscopie kan nodig zijn indien men vermoedt dat het een somatische oorzaak heeft zoals endometriose of een tumor. Vooral als er sprake is van diep dyspareunie moet een somatische oorzaak onderzocht worden.

Pijn tijdens seks (dyspareunie): Oorzaak en behandeling

De vraag is  wat er eerst is. Veroorzaakt de negatieve beleving het vaginisme, of veroorzaakt het vaginisme de negatieve beleving?
Pijn tijdens het vrijen (dis- of dyspareunie) ontstaat in eerste instantie alleen tijdens de geslachtsgemeenschap. Het is geen ziekte maar eerder een symptoom van een onderliggende lichamelijk of geestelijke aandoening. De pijn kan licht of hevig zijn en treedt veelal op in de geslachtsorganen, de bekkenstreek of onder in de rug. Vrouwen hebben er veel vaker last van dan mannen. De behandeling is gericht op het onderkennen van de onderliggende problemen en geëigende behandeling.

Wat de oorzaak is van een dergelijke vaginistische reactie is niet altijd te achterhalen. Zoals bij de meeste seksuele problemen zit er een psychologische en een emotionele kant aan. Ongetwijfeld hebben sommige vrouwen die vaginistisch reageren dieperliggende persoonlijke of relationele problemen. Maar dat hoeft niet per definitie zo te zijn. Dikwijls volstaat één negatieve ervaring met penetratie, waardoor men de volgende keer bang is voor penetratie, de bekkenbodem zich opspant en de kans op pijn groter wordt. Na een paar pijnlijke mislukkingen gaat men seks vermijden, waardoor als het nog eens gebeurt de spanning nog groter is … Het kan moeilijk lijken om uit die vicieuze cirkel te raken, maar het is zeker niet onmogelijk. Vaginisme is goed te behandelen. Je leert dan stap voor stap hoe je je bekkenbodem kan ontspannen en hoe je beter kan omgaan met angstaanjagende situaties en negatieve gedachten. Een vrouw die met vaginisme kampt krijgt oefeningen mee naar huis die ze individueel of samen met haar partner kan doen. Daarnaast is het ook belangrijk om een mogelijk medisch probleem uit te sluiten. Niet zelden wordt pijn bij het vrijen immers veroorzaakt door een lichamelijk probleem zoals een ontsteking, een soa, littekens na een bevalling, een gekanteld bekken 

Bron :
http://nl.wikipedia.org/wiki/Dyspareunie

http://nl.wikipedia.org/wiki/Vaginisme

http://www.psychologies.be

http://www.vaginisme.be/

 

 

 

Mogelijke hulpverlening en tips

I. Lichamelijke behandeling

De lichamelijke behandeling van vaginisme is heel eenvoudig (“Incredibly simple”, Kaplan 1974) en heeft als primaire doel het opheffen van het spierspasme (Halvorsen, 1992). In de literatuur wordt dit vermeld als ‘desensitization’. Het heeft een heel hoog succesratio.

Concreet kan dit gedaan worden door een speciaal opgeleide seksuoloog-kinesitherapeut gespecialiseerd in bekkenbodemspierreëducatie. Het doel van de behandeling is de vicieuze cirkel (angst – spanning - pijn – meer angst) te doorbreken. Door middel van een spiegel en dmv contact met de vaginale zone wordt aan de patiënt een betere kennis van het lichaam aangeleerd. Er wordt naar een betere proprioceptie van de genitaliën en spieren gestreefd. De patiënt moet de bekkenbodemspieren leren sluiten en aanspannen en de spieren in verschillende posities leren controleren en ontspannen.

Deze behandelprincipes worden ook toegepast in de modulaire behandeling.

Een patiënt met vaginisme moet rustig en met begrip benaderd worden. De patiënt kan overdonderd worden door deze benadering doordat bepaalde emoties terug geactiveerd worden (Wijma et al., 1998). Het eerste contact is vooral anamnestisch waarbij zware psychologische problemen moeten uitgesloten worden. Er worden vragen gesteld om na te gaan waar het probleem zich situeert. Belangrijk tijdens dit contact is  dat de patiënt discreet benaderd wordt. Tijdens het klinisch onderzoek wordt de vrouw in gynaecologische houding geplaatst. We observeren de reactie op de aanraking van de enkel tot de dij. Ondertussen wordt er praktische uitleg gegeven. Pas dan kan overgegaan worden op rechtstreekse aanraking en penetratie. De therapeut doet dit via manuele technieken, belangrijk is hierbij de ervaring van de therapeut en de correcte uitvoering van de technieken, zodat de patiënt met de grootste zorg en discretie benaderd wordt. Heel belangrijk is dat de patiënt zelf het ritme aangeeft. Het kan wel drie sessies duren vooraleer een toucher wordt bereikt. Wanneer dit lukt, brengt de patiënt of eventueel de partner indien de patiënt niet wil, één vinger naar binnen. Een volgende stap is het inbrengen van een staafje met ongeveer dezelfde diameter als een vinger. Daarna gebeurt het inbrengen van twee vingers, één vinger van de patiënt en één vinger van de therapeut en een nog groter staafje. Pas daarna twee vingers van de patiënt. Om een normale coïtus mogelijk te maken, wordt geoefend met drie vingers (of staafje nr. 3). Het werken met vingers en staafjes is te verkiezen boven het werken met staafjes alleen omdat men zo een vertrouwensrelatie bewerkstelligd. De patiënte weet dat ze nu een penetratie door een andere persoon kan ervaren zonder pijn en krijgt zo weer vertrouwen in andere mensen. Inbrenging van een fantoom (glazen staaf in de vorm van de penis) is de volgende stap.

Vervolgens wordt met biofeedback en elektrostimulatie gewerkt (uiterst zwakke stroom, stimulering van de b-zenuwvezels, ter relaxatie van spieren en vermindering van pijn, deze stroomvorm wordt ook bij andere kinesitherapeutische  indicaties gebruikt). De patiënte bepaalt zelf hoever ze hierin wil gaan als ze nog bijkomende ontspanning wenst. Het is belangrijk dat de patiënte het ritme aangeeft zodat we haar autonomie niet aantasten. Bij de laatste lichamelijke stappen worden vaak nog een paar praktische tips  ter optimalisering van de coïtus gegeven, ook als voorbereiding tot een echte betrekkingen met de partner. De psycho-seksuele stappen die de lichamelijke  stappen opvolgen verschillen naargelang de doelstellingen en hulpvraag van de patiënte of het koppel.

Het kan gebeuren dat er ondanks deze lichamelijke behandeling toch nog bijkomende problemen optreden. Bij geassocieerde psychologische problemen, zoals fobische elementen, negatieve conditionering, schuldgevoelens, angst voor pijn, relatieproblemen, enz,... zijn verdere psychotherapeutische of sekstherapeutische interventies aangewezen (www.relatie-therapie.be). Operaties zijn niet effectief gebleken (Luyens en Smits, 2001; Biswas et al., 1995).

 

II. Algemene medische behandeling

De algemene medische behandeling is gericht op de organische en hormonale condities die bijdragen aan vaginisme, dyspareünie of andere seksuele disfuncties. Voorafgaande of bestaande kwetsuren, littekenweefsel, kysten, gezwellen of verkeerde positioneringen moeten uitgesloten of effectief behandeld worden. Aanwezige chronische systemische ziektes worden bekeken; diabetes wordt gecontroleerd, schildklier-disfuncties gecorrigeerd alsook andere mogelijke stoornissen die kunnen bijdragen aan de irritatie en/of het minder vochtig worden van de vagina (na de zwangerschap kan het geven van borstvoeding een tijdelijke vaginale droogte bewerkstelligen). Negatief werkende farmacologische therapieën worden aangepast. Tenslotte moeten slechte gewoontes omtrent medicatiegebruik, voeding en onvoldoende rust  weggewerkt worden (Halvorsen et al., 1992).

 

III. Algemene psychoseksuele behandeling

Een psychotherapeutische behandeling is nodig wanneer de pijnbeleving blijft bestaan, ondanks de medische behandeling. Een gedeelte van de vrouwen ervaren pijnklachten in combinatie met libido en opwindingsproblemen. De combinatie pijnklachten en vaginisme komt vaak voor. Het is niet altijd duidelijk of de verkramping optreedt door de pijn of de pijn door de verkramping.  De behandeling zal zich in de eerste plaats toespitsen op het doorbreken van het vermijdingsgedrag.

De vicieuze angstcirkel wordt met de betrokkene en de partner besproken. Het idee van coïtus zal angst voor pijn oproepen en het is deze angst die de opwinding vermindert, leidt tot vaginale droogheid en ... pijn. Het coïtus-verbod is een eerste middel om dit tijdelijk tegen te gaan, maar daarnaast worden er niet-bedreigende oefeningen voorgesteld om het algemeen seksuele genieten weer op gang te brengen.

Een belangrijk onderdeel van de therapie is het leren differentiëren van pijn. Niet alles doet altijd pijn. Partners moeten op een rustige, verkennende wijze leren ontdekken welke aanraking waar pijn doet en wanneer. Er wordt nagegaan hoe zij reageren op pijn, waar zij angstig voor zijn en wat zij vermoeden dat de oorzaak is van deze pijn. Dit kan zowel door middel van zelfonderzoek, genitale herkenningsoefeningen of tenslotte bij geslachtsgemeenschap.

Er is geen geschikte medische behandeling voor vaginisme. Operatieve ingrepen of geforceerde verwijdingen zijn totaal uit den boze en zullen enkel traumatisch beleefd worden. Een belangrijke consequentie van dergelijke operatie is daarenboven dat vrouwen de controle over hun bekkenbodemspieren en dus hun lichaam totaal verliezen.

Ook bij vaginisme bestaat een goede psychotherapeutische behandeling uit de combinatie van informatie geven over de anatomie van de geslachtsorganen, de fysiologische reacties en de seksuele respons-cyclus, het aanleren van gedragstechnieken en het bespreken van individuele en relationele betekenissen.

In eerste instantie wordt de bewustwording van de verkramping nagestreefd, en pas daarna de controle over de verkramping. Informatie over wat er met het lichaam gebeurt op het moment van verkramping is onontbeerlijk. Sommige vrouwen hebben een lichamelijk onderzoek nodig om gerustgesteld te worden dat ze normaal gebouwd zijn. Al is voor vele vrouwen met vaginisme zo'n onderzoek niet evident. Een gynaecologisch consult kan nochtans een 'educatief seksuologisch onderzoek' worden waarbij de arts informatie verzamelt maar ook uitleg geeft over de anatomie en de 'normaliteitsvragen'. Vele mensen worstelen met de vraag of iets normaal of abnormaal is. Zo kunnen bepaalde negatieve lichaamsbelevingen gecorrigeerd worden. Sommige gynaecologen laten vrouwen meekijken met een handspiegel.
Belangrijk is dat zij vooraf weten wat er gaat gebeuren en zelf controle houden over wat er zal gebeuren en wat niet.

Daarnaast worden in de psychotherapie tal van oefeningen (onderbreken van plassen, bekijken van genitaliën met handspiegel) aangeboden om deze vrouwen bewust te maken van het onwillekeurig samentrekken van hun vaginale spieren.
Een tweede stap is het leren verwerven van controle over deze spieren. Hier worden verschillende technieken gebruikt met name het stapsgewijs leren inbrengen van vingers of van speciaal hiervoor ontworpen stiftjes.
Zodra de vrouw zelf de bekkenbodem spieren kan opspannen en ontspannen, en indien een de vrouw een partner heeft, samen met de partner worden toegewerkt naar het inbrengen van de penis. Ook hier wordt het paar begeleid met tips over bepaalde houdingen. De psychologische barrières en relationele, dieperliggende betekenissen komen ook hier weer aan bod.

Vormen

  • Relaxatietraining met gerichtheid op persoonlijke lichaamssensaties.
  • Duele sekstherapie. Hierbij gaat men ervan uit dat vrouwen en mannen verschillen in hun seksuele rollen en ervaringen. Het beklemtoont het belang van evenwicht en rechtvaardigheid tussen beide.
  • Cognitieve gedragstherapie waarbij graduele seksuele thuisoefeningen geëvalueerd worden in de behandelingssessies.
  • Communicatietraining: leren uiten van emoties ed...
  • Hypnose om seksuele inhibitie of een doorgemaakt trauma op te sporen.
  • Aanvullende therapieën zoals workshops, seksuele opvoeding, massagetraining,…
  • Integrerende behandelingsstrategieën met clustering van de meest efficiënte therapieën.

Bronnen :

© http://www.vaginisme.be/behandeling.htm

Loones, Lotte, Proefschrift  Seksuele factoren en problemen bij patiënten met eetstoornissen. Een specifieke belichting van vaginisme Promotor: Prof. Dr. Jan Godderis  KULeuven

 

Lees ook verder in deze brochure.

Oefeningen

 

Meer informatie

Hieronder vindt u links naar websites met meer info over de beschreven thematiek. Onze excuses mochten bepaalde links niet meer werken of indien de aangeboden info niet meer juist is.  De webmaster van deze website is niet verantwoordelijk voor de inhoud die op de doorgelinkte pagina's wordt aangeboden. Wenst u correcties mee te delen kan dat via het contactformulier met duidelijke opgave van de suggestie.

Brochure Vaginistisch reageren van de Rurgers stichting. Lees hier de brochure.

http://www.vagisme.be

https://www.vaginisme.nl/

http://www.goedgevoel.be/gg/nl/10/Seks-en-Rel...

Cognitieve gedragstherapie bij vaginisme ? http://www.tijdschriftvoorseksuologie.nl/arch...

De gesloten vrouw', geschreven door ervaringsdeskundige Connie van Gils en seksuologe Willeke Bezemer (Ambo, 2007), besteedt aandacht aan de mogelijke oorzaken en behandelings­methoden van vaginisme en geeft tips en adressen voor hulpverlening.

Bekkenbodemoefeningen folder CM Lees hier verder

 

 

Zoek hulpverlener

Klik hieronder op de seksuologische problematiek om alle seksuologen/seksuologische hulpverleners te vinden die rond deze thematiek werken. Vindt u niets bij deze term, dan is in deze database (nog) geen hulpverlener aanwezig die specifiek rond deze problematiek werkt.

Wenst u een hulpverlener in uw nabijheid te vinden, kies dan 'zoeken op specialisatie problematiek' en kies 'kaart' of 'lijst' uit het menu aan de rechterkant.


logo creative commonsDisclaimer en copyrights klik hier  © De copyrights van de hier weergegeven tekst rusten bij de oorspronkelijke auteur(s). Geen overname tenzij met toestemming van de oorspronkelijke auteur(s). De informatie/foto's werden soms (letterlijk) ontleend aan andere internet/literatuurbronnen of zijn aangepast naar andere internet/literatuurbronnen. Onderaan de informatie vindt u telkens zoveel mogelijk de originele bronnen voorzover ons bekend. Er is geen enkel commercieel, doch louter een informatief en educatief opzet. De seksuologische hulpverleners op deze site zijn hier gratis geplaatst en betalen hiervoor geen vergoeding. Enkel professioneel afgestudeerde seksuologen en seksuologische hulpverleners kunnen opgenomen worden in de databank.  Inden er auteursrechterlijke schendingen zijn, zijn die onvrijwillig door onbekendheid/onwetendheid en niet met opzet gebeurd. Mocht u het ongepast vinden dat uw eigen informatie/foto's op deze website worden vermeld of is er geen correcte bronvermelding naar uw informatie, contacteer dan gerardgielen@telenet.be  met opgave van de betrokken schending van copyrights. De info zal dan zo snel mogelijk aangepast en/of verwijderd worden.

Kennis is er om te delen, niet om te bezitten.